
Door: Tom van Doormaal
Omdat ik begaan ben met de publieke zaak, vind ik soms dat ik moet zeggen wat ik denk. Dat is recht doen aan het voorgeschreven rationele en democratische toetsen van onze beslissingen. Wij argumenteren en wegen de kracht van argumenten in ons politieke proces, om daarna te beslissen.
Het voorgaande lijkt een overbodig cliché, maar ik geef maar eens twee voorbeelden: het eerste gaat over een brief van mij aan BZK, het tweede over een mail aan de PvdA. De verschillen zijn opmerkelijk. Het eerste voldoet niet aan normen van elementair fatsoen, terwijl onze partij tenminste zijn best doet iets te leren.
Witte magie in het wonen
Mijn brief aan BZK was gericht aan Hugo de Jonge. Mijn probleem was de “witte magie”: de minister wil 900.000 woningen bouwen, maar mist de greep op de marktprocessen die dat moeten realiseren. Daarbij komt dat het stikstof beleid en de jurisprudentie de woningbouw verder vertragen en bemoeilijken.
Wie wil weten wat ik daarover vond, kan in mijn vorige bijdrage op Linksom zien waarvoor ik de aandacht vroeg. Ik neem Hugo de Jonge niets kwalijk, maar probeer aandacht te vragen voor het systeem van denken waarbinnen hij en zijn bureaucratie oplossingen zoeken. Dat heeft te maken met de effectiviteit van marktinterventies, zoals “prestatie afspraken”, die vooral bestuurlijke intenties omvatten, maar niets regelen.
In mijn beeld zou je na kunnen denken over dat probleem: wat heeft echt effect? Leuk onderwerp voor sociaaldemocraten ook: hoe breken we harde marktprocessen en het rijk worden van private partijen ten koste van de hulp vragende lagere inkomens? De actualiteit is er vol mee: compensatie energie rekening, subsidie voor kopers van te dure woningen, etc…
Na ruim een week kreeg ik een boodschap van de Directie Bestuursondersteuning van BZK, meer in het bijzonder van het Team Maatschappelijke Correspondentie.
De opvattingen van deze directie en de waarde die men hecht aan signalen uit de samenleving mogen blijken uit dit citaat:
“Hartelijk dank voor uw brief van 1 november.—-
Sinds het aantreden van het nieuwe kabinet heeft de minister vele brieven en e-mails van burgers en instanties ontvangen met allerlei aanbevelingen, suggesties en aanbiedingen voor het oplossen van de problemen op de woningmarkt en het versnellen van de nieuwbouw.
Helaas is het niet mogelijk om op al deze berichten in te gaan en een persoonlijke of inhoudelijke reactie te geven. Ik hoop dat u daar begrip voor heeft.” (Brief BZK, kenmerk 2022-0000597841)
De brief is niet door een persoon ondertekend, dus wie “ik” is, die hoopt op begrip, geen idee. Maar ik heb geen enkel begrip.
Ik vind dat een Directie Bestuursondersteuning en een Team Maatschappelijke Communicatie inhoudelijk moeten nadenken en het debat met de samenleving moeten voeren en voeden. Het motief daarvoor is “confirmation bias”, het risico dat het beleidsdenken in zichzelf opgesloten raakt en niet echt antwoorden vindt voor problemen. Zoals Italo Calvino zijn hoofdpersoon laat zeggen: “Ik praat en praat, maar wie naar mij luistert, onthoudt alleen de woorden die hij verwacht. — Het verhaal wordt niet geregeerd door de stem: door het oor.” (Onzichtbare steden, p.125)
Het is geen nieuw probleem. Ik heb medelijden met de Minister, die uit een gesloten systeem geen nieuwe inspiratie op doet. De namen van de directie en het team zijn een belofte, maar ze doen er niets nuttigs mee. Hugo moet verder met zijn witmagische bezweringen, maar het woningtekort wordt niet ingelopen.
Vertrouwen en affaires
Mijn tweede thema raakt de PvdA op een gevoelige plek: de affaires Van Dijk en Arib. Voeding recent is het ontslag van de ambtelijke top van de parlementaire ondersteuning. Hoe houden we politiek en werkgeverschap uit elkaar? De verklaring van het PB over de affaire Van Dijk riep bij mij vragen op door zijn vaagheid: ik schreef in een reactie:
Dit zijn weinig zorgvuldige zinnen, die vooral bedoelen toe te dekken.
Een beroepscommissie die een bestuursbesluit vernietigt? Is dat formeel en reglementair in orde?
Kan een commissie een besluit nemen dat contrair gaat aan het bestuur?
Welke onzorgvuldigheden zijn waarom begaan? Waarom zou opening van zaken niets oplossen?
Waarom is niet helder afgesproken wat de beroepscommissie zou doen en wat aan wie zou worden gerapporteerd?
Vanwaar de opeenvolgende strijdige berichten over een nieuwe rol voor Gijs van Dijk in het parlement?
Op welke manier is het “oplossen van de vele problemen in het land” gehinderd?
Maar “een verklaring” is dit allerminst en of herhaling nu wordt voorkomen, blijft een heikele vraag. Ondertekening: Tom van Doormaal)
Ik had er geen hoge verwachtingen van, maar de reactie van de partij viel me behoorlijk mee. Ik citeer ruim uit de mail namens het PB:
Vorige week heb je gereageerd op de mail met de verklaring van het Partijbestuur inzake de situatie met Gijs van Dijk. Graag willen we je laten weten dat alle reacties het Partijbestuur hebben bereikt, worden gelezen en ook worden beantwoord.
De PvdA moet een veilige plek zijn voor mensen die iets overkomt. Dat begint bij een open cultuur en zorgvuldige procedures. Voor partijgenoten die een melding doen maar ook voor degenen die ergens van beschuldigd worden. De afgelopen tijd zijn wij daar niet goed genoeg in geslaagd.
De afgelopen dagen hebben we hier als Partijbestuur met veel partijgenoten over gesproken. Dat waren goede gesprekken met suggesties voor verbetering. De komende tijd zullen we gesprekken blijven voeren met partijgenoten die ons benaderd hebben of nog zullen benaderen. Wanneer je daar behoefte aan hebt zouden we ook graag telefonisch met jou spreken. Als je dat wil kan je dat laten weten door te reageren op deze e-mail. Dan plannen we graag een telefoongesprek in op een moment dat jou past.
(ondertekend namens het PB Jesse Jansen)
Het verschil in beide zaken is opmerkelijk.
Van BZK komt een wat onnozel en niet inhoudelijk kluitje in het riet.
Van onze eigen PvdA komt een erkenning van een probleem en een schets van een vervolg.
Daarmee laat de partij zien dat men open staat en zich wil laten bijsturen.
BZK gebruikt de eigen bureaucratie vooral voor de politieke afscherming, niet als bron voor betere denkbeelden en beleid. Dat is erger dan zorgelijk. De volkshuisvesting is al jaren een speelbal van primitief interventionisme. Het is vooral de ambtelijke ring rond de minister, die inspiratie en voeding moet geven aan nieuw en ander beleid. Uit de tekst blijkt die inspiratie geheel niet.
Ik heb je relaas gelezen. Bemoedigend, maar ook kijk ik van je reactie niet op. Ik vind het overigens knap dat je in e mail laat weten over je bedenkingen omtrent de bouw van 900.000 woningen. Het antwoord van de stroman (voor huisvesting) was voorspelbaar en dat moet jij Tom als voormalig ambtenaar geweten hebben. Klantvriendelijkheid, waar je niets wijzer van wordt.
Dan schijnt de PvdA iets meer geleerd te hebben zoals je zelf schrijft. Gezien de reactie en als het om ‘communicatie’ gaat. Toch moet ik voorzichtig zijn als ik jouw bevoorrechte positie, lidmaatschap PvdA, in ogenschouw bezie.
Tom, jij krijgt tenminste respons maar niet veel meer dan dat. De weinige inhoud daarvan weerhoudt mensen energie te steken In gesprekken met de overheid.