
Door: Tom van Doormaal
Doorgaans vind ik het prettig naar Buitenhof te kijken. De sprekers zijn vaak uitstekende insiders en de ondervragers goed voorbereid.
Maar helaas is het niet altijd zo. De gesprekken van 15 januari vond ik zwak en slecht voorbereid. Ik vind dat geen bijdrage aan het vertrouwen van de burger in de politiek.
De minister van defensie
Het gesprek met de minister van defensie ging vooral over het militaire perspectief, de levering van wapens, de samenwerking binnen de NAVO. Maar de minister reeg de clichés aaneen, zonder iets van betekenis te zeggen.
Toen kwam de vraag naar mogelijke escalatie. Maar de minister slaagde er niet in iets benulligs te antwoorden, maar doorgevraagd werd er ook niet. Zou er nu dreiging zijn?
Ik zou toch zeggen van wel. Putin weet inmiddels wel dat hij eigenlijk met de Navo vecht en dat zijn “militaire operatie” het voortbestaan van zijn regime ernstig bedreigt. Wat hem met het annexeren van de Krim lukte, zal nu niet meer gaan. Dat is bedreigend, ‘een kat in het nauw maakt rare sprongen.’ Het lijkt mij aannemelijk dat hij met China over de nucleaire optie heeft gesproken en dat Chinese president het hem in onversneden taal heeft verboden.
Maar onze minister meldt opgewekt dat de beslissingen over de oorlog bij Oekraïne liggen. Dat is misschien wel prima, maar dan komt wellicht de dag dat een modern westers wapen op het Rode Plein in Moskou ontploft, afgeschoten door een dappere strijder uit Oekraïne. Geen kans op escalatie, meent onze minister.
De minister van technologie en buitenlandse handel
Het werd opnieuw een gesprek, waarvan weinig soep was te trekken. Wat gaan we bespreken met de U.S., zal het gaat over ASML? Ja, natuurlijk staat dat op de agenda, maar is het verstandig om technologie als handelsbelemmering te kiezen? Die vraag behoefde kennelijk niet gesteld of beantwoord te worden, want we denken niet meer aan vooruitgang, maar alleen nog in militaire bedreigingen en machtsblokken. Ik heb niet een ander recept, maar moeten we het niet over die verkramping hebben?
Vervelend werd het toen de publieke verantwoordelijkheid van bedrijven ter sprake kwam. Het woord samen was niet van de lucht, maar het ging over het vertrouwen van bedrijven in precieze en gedetailleerde voorschriften van de overheid hoe gewerkt moest worden. Ik dacht dat deze minister uit een liberale traditie kwam en enige weerstand zou hebben tegen bureaucratie en detail sturing.
Maar helaas: de vraag hoe duizenden bedrijven bij de overheid hun instructies kunnen halen voor hun bedrijfsprocessen werd niet beantwoord. De vraag hoe de kosten van het publiek verantwoordelijk ondernemen niet op ons zouden worden afgewenteld werd niet eens gesteld.
De voorzitter van de SER
We moeten duurzaam ondernemen en daarvoor samen de wetten maken, was zijn pleidooi. Maar daarbij hebben we meer visie nodig.
De vraag is hoe dat dan precies moet worden vorm gegeven. Die werd niet gesteld. Natuurlijk, bedrijven moeten hun productie processen verduurzamen. Maar de serieuze bekommernis over de kwaliteit van de publieke ruimte gaat geld kosten.
Gebruik is dat de bedrijven dan de hand komen ophouden bij de overheid, met gezamenlijk, werkgelegenheid en winstgevendheid als buzzwoorden. Dat zullen Putters en de SER niet bedoelen of wensen, maar wat willen ze dan precies?
Het was weer niet zo moeilijk om van de redactie van Buitenhof een betere programmering van de interviewster te verzinnen. Hoe zou ik dat gedaan hebben?
Het publiek domein
De wereld waarin wij leven, kan niet zonder regels die effectief kunnen worden afgedwongen of nageleefd. Kijk naar de bruinkoolindustrie vlak over de grens en het idee is helder. Er is een contract, waarin die open mijnbouw en het afnemen van bruinkool geregeld is. Dat is een immense bijdrage aan de klimaatopwarming.
Bedrijven zullen dus nauwkeuriger moeten omgaan met hun bedrijfsprocessen, ze zullen zich bewust moeten zijn van hun verantwoordelijkheid voor het publieke belang en daar ook een bijdrage aan moeten leveren.
Maar bij Buitenhof werd niet uit de doeken gedaan hoe dat zou moeten. De minister van buitenlandse handel toonde zich een stalinistische gelovige in de sturing van de bureaucratie: moderne en aangepast wetten, uitvoering die stabiel is en vertrouwen bij het bedrijfsleven schept.
Alleen: op dit vlak ontbreekt het ons volstrekt aan de vereiste behendigheid en trefzekerheid. Hoe zou het ook? Die wetgeving zou zeer gedetailleerd, zeer stabiel en niet conflicterend moeten zijn met andere bedrijfsactiviteiten. De vraag is: hebben wij een bestuurlijk model, dat ons kan helpen bij zo’n immense opdracht?
Ik heb wel een idee: kleinschaligheid en democratie. Bedrijven hebben mensen aan het werk. Die mensen hebben twee voordelen: zij zijn goed op de hoogte van de bedrijfsprocessen en de bezwaren die die processen hebben in het publiek domein. Het tweede voordeel is dat zij georganiseerd zijn in vakorganisaties of zich kunnen aansluiten bij vakbonden. Zij kunnen het publieke belang bewaken en behartigen.
Is dit alles?
Zo simpel is het natuurlijk niet. In algemene regels zal die werknemer die zijn publieke taak vervult, beschermd moeten worden.
Er zijn ook kader stellende regels nodig, die ruimte geven om op lagere niveaus ruimte te scheppen, concurrentie tussen bedrijven in stand te houden, gemeenten en provincies mogelijkheden te bieden om het verschil te maken.
En meer: in politieke congressen is het verleidelijk om op detailniveau in te grijpen en een varkentje te wassen. Die verleiding moet worden onderdrukt. Het is niet goed als in Assen volkomen lichtzinnig met duurzaamheid wordt gehandeld, als in Rotterdam helemaal niets meer kan.
Kortom: ik zou willen weten hoe de SER en hoe de politiek tegen deze materie aan kijkt. Ik geloof niet dat de sturing van bedrijfsprocessen via detailwetgeving mogelijk is. Dat betekent dat we een stuurmodel zullen moeten bedenken dat procesgewijs kan groeien. Misschien zit Kim Putters net op tijd op een goede plek.
Bizarre tekst. De nucleaire optie zo hanteren om Oekraïne niet te steunen maakt je een Poetinist. Dit is precies wat Poetin wil bereiken. Je laten intimideren. En ondertussen escaleert juist Poetin. Pleegt genocide, pleegt oorlogsmisdaden met burgerdoelen, verkrachtingen en ontvoeringen. Het Oekraïense volk pleegt dapper verzet, en onze steun uit het westen moet onvoorwaardelijk en volledig zijn. De geschiedenis leert dat Poetin alleen met harde hand bestreden kan worden, anders zal hij steeds verder gaan. Afspraken blijken met hem niets waard te zijn, hij is volstrekt onbetrouwbaar. En uiteraard gaat alleen Oekraïne over vredesonderhandelingen, zij betalen nu ook de prijs. Ze daarin steunen is wel het minste wat wij op onze veilige sofa kunnen doen. Ik was en ben heel blij met de teksten van Ollengren in Buitenhof.
Met je veroordeling ben ik het van harte eens, Gerard. Putin is een engerd, die volstrekt los is van de wereld en de moderniteit. Maar als er iets is wat de geschiedenis niet leert, dan is het dat Putin met harde hand bestreden moet worden, omdat zulks helpt. We hebben tamelijk lauw gedaan op de MH-17, toch tweehonderd oorlogsdoden van ons land, we hebben niets gedaan aan de stilzwijgende annexatie van de Krim.
Ollongren had alleen maar voor de hand liggende clichés te melden: als de goede krantenlezers kan vertellen wat onze minister heeft te brengen, verkies ik die goede krantenlezer. Tegen steun voor Oekraïne ben ik echt niet, maar Ollongren gaf aan dat Zelensky de volle vrijheid had om een bom op het Rode Plein te gooien, wat mij een vreemde souvereiniteitsoverdracht leek.
Daarna ging mijn verhaal over hoe we bedrijven kunnen temmen als ze onze openbare ruimte bederven door hun productieproces en hoe grenzen te stellen aan hun onbehoorlijke winststreven. Daarover heb je het niet.
Zeer oneens met je Tom. Wat mij betreft heeft Zelensky inderdaad alle vrijheid. Juist omdat Poetin nooit de pin op de neus kreeg gaat hij steeds verder. Er wordt geen enkele soevereiniteit overgedragen, Oekraïne verdedigd zich tegen een volstrekt onrechtvaardige en genocidale aanval. Tot nu toe heeft Zelensky zich overigens zeer terughoudend en verantwoordelijk gedragen in reactie daarop.
En wat betreft dat MVO debat. Ik steun de initiatiefwet MVO zeer. Het is jammer dat je twijfel zaait over de uitvoerbaarheid, en je daarmee plaatst in het gejammer van VNO-NCW en Boskalis. Zoals de voorzitter van het MVO-platform gisteravond in Nieuwsuur keurig uitlegde heeft 10 jaar zelfregulering tot weinig geleid, en is het hoog tijd dat we de vrijblijvendheid voorbij gaan.
Inmiddels zijn we drie dagen verder. De discussie over de Leopard 2 woedt volop. Dat is een aanvalswapen. Ook wordt gesproken over de Patriot.
Iedereen bekommert zich over het risico op escalatie, maar onze minister niet. De Duitsers zijn behoedzamer, gelukkig. Dat is geen verraad van Zelensky, maar alleen maar verstandig jegens een kat in het nauw.
Over de zelfregulering van bedrijven en het gebruik van wetten zal ik nog schrijven. Ik voel me niet prettig bij het absolute geloof in de kracht van de regels. Die hebben we ook in het wonen, in de toeslagen, etc.
We blijven het oneens Tom. Escalatie vindt al dan niet plaats ongeacht de steun vanuit Westen aan Oekraïne. Er wordt al een jaar geroepen om toch op te passen, en intussen leveren we eindelijk wat we al veel eerder hadden moeten leveren. Ik vind opstelling SPD in Duitsland onverteerbaar. Tanks, Patriots, Jachtbommenwerpers moeten daar naartoe. En snel.
Eens over besturing en aandacht voor uitvoering. Maar in dit geval is wettelijke normering en aansprakelijk stellen van bedrijven en hun bestuurders bij bewuste overtreding wel degelijk nuttig. Burgers en ngo’s kunnen dan naar de rechter stappen,
Gerard, nog eens: ik heb ook wel een inhoudelijke mening, maar wat ik bar vond was de nietszeggendheid van Ollongren en het minimale verweer daarop. Als je het openbaar debat niet wilt, doe je het zo. Inderdaad, een soort samenzwering tussen Defensie en Buitenhof. De Duitse regering gaat m.i. gewetensvol op met het leveren van aanvalswapens, want als de Oekraïense Leopard de grens overgaat, kan het Kremlin oordelen dat men in oorlog is met de Navo.
De Patriot is een verdedigingswapen, dus daarbij heb ik minder aarzeling. Maar zoals je van de week kon zien, is het misschien ook een idee om die te laten staan en Rotterdam en Vlissingen te beveiligen. Tenslotte is Putin crimineel zonder respect voor mensen en volkenrecht, dus moeten we het in het openbaar hebben over de risico’s, die hij schept en die niet kleiner worden.
Je wereldbeeld is in orde, Gerard, maar ik schreef iets anders, want over steun aan Oekraïne heb ik geen twijfel. Mijn punt is dat Ollongren de angst voor escalatie wegwuifde. Vanavond bij Op1 kwam dat wel aan de orde, o.a. omdat Duitsland twijfelt over levering van tanks, waardoor in het hoofd van Putin rode lijnen kunnen worden gepasseerd. We zijn dichter dan ooit bij W.O. 3 en onze minister van defensie ziet het risico van escalatie niet.
Daarover heb ik het: als wij niet beter op inhoud worden voorgelicht en een sturend openbaar debat voeren, dan komt het moment dat de volgzaamheid van onze openbare mening de laatst misdaad van de mensheid inluidt.
Het andere punt net zo: zelfregulering van bedrijven lost niets op. Daarover zijn we het eens. Het marktprincipe verziekt veel sociaaldemocratische idealen.
Maar ik pleit er voor eens wat beter te kijken naar hoe de wet functioneert en of steeds meer en gedetailleerde wetgeving operationeel te verkiezen valt.
Ik ben bang van niet. Dat betekent dat we andere sturingsmodellen moeten verzinnen en daarover moet je met elkaar in debat. Willem Witteveen schreef “De wet als kunstwerk” en voltooide dat voordat hij stierf in de MH-17. Hij had van die discussie de trekker moeten zijn.