Helpt de wet?

Door: Tom van Doormaal
Discussies in de politiek eindigen vaak met een wettelijke regeling als verlossing. De wet moet iets regelen voor bevlogen inrichters van de samenleving. Ik heb altijd een beetje moeite met die vlugge oplossingen, die toch nog moeten worden uitgeschreven en uitgevoerd.
Veel regels op veel gebieden voldoen niet erg, omdat zij door hun ingewikkeldheid royale mogelijkheden van ontwijken bieden aan de sterken. De tegenstellingen tussen arm en rijk blijken tamelijk hardnekkig, ondanks alles wat we doen aan toeslagen en subsidies. De sterken en de rijken blijken hun belangen goed te verdedigen in de wetgeving en de uitvoering daarvan. Dat is te merken, bij problemen als stikstof en klimaat, maar ook bij toeslagen, schade van gaswinning, beteugeling inflatie, waardoor het vertrouwen in de overheid wordt geschaad.
Waarom zien we weinig succes van onze wetten voor verandering, in dienst van onze mooie bedoelingen. Hoe komt dat?
De wet en het moreel besef
In een stuk van Kees Schuyt over de metaforen in het leven, haalt hij een ogenschijnlijk onbelangrijke tussenzin aan van Primo Levi, die over zijn ervaringen in het concentratie kamp schrijft:
“En tenslotte werkt de wet, of het moreel besef, dat de verinnerlijking is van de wet, als schokbreker: een land geldt dan ook als des te beschaafder, naarmate de wetten, die de armen beletten om al te arm te zijn en de machtigen om al te machtig te worden, er beter functioneren.” Van zijn volgende zin moest ik even huiveren: “Maar in het Lager is dat anders: hier is de strijd om te overleven meedogenloos, omdat iedereen wanhopig, onmenselijk alleen is.”
Er is een wet nodig, zegt Levi, en ook een moreel besef, dan pas kun je een schok brekende werking van de wet verwachten. In de rauwe verhoudingen van het concentratiekamp zijn geen wetten, alleen die van de sterken. Het hoofdstuk heeft de titel “de verlorenen en de geredden”. Vraagje: is die metafoor van een schokbreker ook toepasbaar op onze, eindeloos veel betere wereld? Ik denk aan toeslagen-ouders, huizen boven de gasvelden, het gedoe met stikstof, boeren en bouwen. Zijn er nog verlorenen en geredden?
De rode draden van de sociaal democratie
Een groot deel van mijn werkzame leven heb ik in ambtelijke rollen gewerkt aan het bedenken en laten werken van wetten. Een groeiend schuldbesef bracht mij bij een oude brochure van onze partij, opgesteld door de PvdA-commissie Beginselen. Het rapport is uit 1998, wat verouderd, maar niet zo veel.
Ik lees:
“Meer wetgeving, meer voorzieningen, meer ambtenaren: ze staan al lang niet meer zonder meer gelijk met maatschappelijke vooruitgang. Er is sprake van toegenomen bureaucratisering en regelzucht.”
En daar vlak onder:
“Gerechtvaardigd verzet tegen liberale beleidsideologieën (‘hoe minder overheid, hoe beter’, marktwerking en deregulering als panacee) mag niet doen vergeten dat in een samenleving als de onze ‘bureaucratisering’ net zo’n ernstig probleem vormt als de veel beklaagde ‘economisering’ van het maatschappelijk leven. Sterker nog: dat ze misschien wel twee zijden van hetzelfde (rationaliserings)proces vormen.” (p.29)
Geen slechte commissie en het probleem werd al 25 jaar geleden gezien! De afhandeling van de toeslagen ellende en de schade van de gaswinning in Groningen verzanden in pure pragmatische onmacht, prima misschien, omdat de uitvoerende macht het gevaar van totalitarisme draagt. Maar je zult benadeelde zijn…
De commissie had als voorzitter Willem Witteveen. Voordat hij stierf in de MH-17 had hij net zijn boek “De wet als Kunstwerk” naar de uitgever gebracht.
Willem Witteveen
Witteveen hoorde bij de 196 Nederlandse slachtoffers van MH-17, de eersten van de godvergeten oorlog die nu woedt.
In zijn leeswijzer staat het probleem:
“Regels zijn regels en zo staat het geschreven. Maar regels zijn geen regels en degene die denkt dat er staat wat er staat, heeft het mis. Wat geschreven staat, is vandaag, in de omstandigheden van nu, iets anders dan gisteren of morgen, ook al blijven de woorden hardnekkig het zelfde beweren”.
Is een wet een tekst van de overheid, met regels waar wij burgers ons aan moeten houden? Of zijn wetten in de eerste plaats hulpmiddelen voor het bestuur? “Wetten zijn tegenwoordig niet meer of minder dan beleidsinstrumenten”. Maar de wetten moeten overheidshandelen mogelijk maken, maar ook de burger bescherming bieden tegen een te machtige overheid. Zo ontstaat nieuwe verwarring: de wet is instrument, maar ook waarborg.
Nog twee opmerkingen waarmee Witteveen het zeer eens zal zijn geweest:
“Men moet waar dit kan aan zelfregulering de voorkeur geven boven regulering, om zo de autonomie van de burgers (als zelfwetgevers) te bevorderen.”
“Men moet het milde despotisme van het bureaucratische regime zien te vermijden”.
Helpt het als iemand regelgeving voor een misstand bepleit?
Utopie van regelgeving
David Graeber schrijft over zijn visie op technologie, stompzinnigheid en de geheime vreugden van bureaucratie.
Door wat ingewikkelde problemen met mijn gezondheid, breng ik dagen achter de PC door, verwikkeld in gevechten met organisaties. Zij zeggen dat ze door de ICT heel klantvriendelijk zijn, maar dat is natuurlijk niet zo. Hun systemen pogen hun werkdruk te verminderen, door grote delen van hun werk naar de klant te verleggen. En te beginnen met rekeningen.
Machines communiceren onbegrijpelijk, bot, onlogisch, bieden keuzen aan die niet kloppen bij jouw werkelijkheid. ICT helpt ons in rap tempo af van een bureaucratie met levende mensen. Zoals de heer Dorknoper zegt: “wij ambtenaren zijn werkelijk de kwaadste niet, dat wordt nogal eens vergeten.” Maar ook in Rommeldam rukt het probleem van de automatisering op.
Graeber schrijft:
“Macht maakt je lui— macht gaat over alles waarover je je niet druk hoeft te maken, niets hoeft te weten en niets aan hoeft te doen.—
Het wordt tot vormen van institutionele luiheid.” (p.101)
Aan Max Weber schrijft hij de gedachte toe “dat een bureaucratie, als die er eenmaal is, onmiddellijk in actie komt om zich onmisbaar te maken voor iedereen die macht poogt uit te oefenen, wat ze daarmee ook willen bereiken”.
Ook volgens Weber kom je alleen van ambtenaren door ze te doden, ook aan Weber toe. Het zal humor zijn, maar het choqueert.
Vroeger en nu
Ik deed in de bureaucratie dingen, die ik eigenlijk niet wilde. Maar machtig voelde ik me niet. Wetten is één ding, maar het toepassen is weer iets anders. Ik heb meegewerkt aan instrumentele doeleinden, die ik volstrekt verkeerd vond. Ik had het al over mijn schuldgevoel.
In mijn alledaagse werkelijkheid valt me iets anders op. De ICT is prikkelend en lijkt vooral bedoeld om werklast te verminderen en de klant te laten beginnen met betalen.
Het zal zijn dat ambtenaren en hun collega’s in het woud van instellingen “de kwaadsten niet zijn”, maar ze moeten wel op tijd naar huis en de begroting moet kloppen.
Is dit macht volgens Graeber? Ik denk dat het onmacht is en dat wij iets heel anders wilden dan we nu hebben.
Conclusies
Het gaat om het denken over wat bereikt moet worden en de morele kwaliteit van de regel waarmee dat misschien zal lukken.
Regels hebben een instrumentele kwaliteit, maar ook een waarborgende kwaliteit, waarmee de milde tirannie van de bureaucratie kan worden tegengegaan.
De verhoudingen tussen politiek en ambtenarij behoeven een nieuwe afstemming. Ik heb hier eerder gepleit voor een autonome verantwoording van de departementale toppen tegenover het parlement over de kwaliteit van de uitvoering. In de opinie katern van de Volkskrant van 21 januari staat een gesprek met Erik Pool, programmadirecteur Dialoog en Ethiek dat een beetje in mijn richting komt. Er is hoop.
Tenslotte dit: de ingewikkeldheid van regelgeving blokkeert alle goede bedoelingen, omdat iedereen zijn eigen interpretaties en politieke verdedigingen kan volgen. Zo gezien is de titel van het boek van Marc Chavannes uit 2009 een actuele voltreffer: “Niemand regeert”. En ik ben al jaren betrokken bij het NPI, het netwerk voor politieke innovatie dat vooral reductie van complexiteit beoogt
De wet helpt!
De wet (regelgeving) beoogt dat burgers zich fatsoenlijk gedragen en tegelijk weten, waar zij zich aan moeten houden. Echter, veelal blijkt regelgeving niet waterdicht te zijn. Het komt mij dan voor, dat met dat (opzettelijke) gebrek profijt te behalen valt. Ik geef toe dat ik tegengesproken kan worden maar het laat onverlet dat met name grote bedrijven en bevoorrechte mensen er baat bij hebben. Moeiteloos en dikwijls jarenlang getroosten zij zich inspanningen om de wet en regels die daaruit voortvloeien naar hun hand te kunnen zetten. De ‘machtigen’ gaan met graagte voorbij aan de geest van de wet en wordt de minste vorm van onduidelijkheid al aangegrepen om twisten in hun voordeel te beslissen. Grote bedrijven weten – weliswaar tegen forse beloningen – er legers aan deskundigen en advocaten op na te houden. Deze hooggeschoolden hebben de taak om de mazen in de regelgeving bloot te leggen. Voorbeelden hiervan zijn er te over, maar daar ga ik aan voorbij.
Zoals ik hier al liet blijken, als het gaat om de onwil zich in te spannen voor waterdichte regulering, staan de mazen in een wet ook nog eens garant voor een vorm van werkgelegenheid. Denk daarbij aan advocatuur, rechters, consultants en andere deskundigen.
Ik ben van mening dat regelgeving in den regel maar voor één uitleg kan leiden. Maar ik realiseer me terdege die onverbiddelijkheid daarvan en het milde despotisme. Toch is het goed zoals jij, Tom, hebt beschreven, dat de moraal voorop gaat staan bij wetgeving. Want evenals er financiële en sociale ongelijkheid bestaat in onze samenleving geldt dat ook bij het maken en naleven wetgeving.
Ha Jan,
Wij zijn het eens, op één punt na. Ik geloof niet dat het onwil is, waardoor de stagnatie en de verwarring ontstaat, maar gebrek aan competentie en de ontbrekende maar doorvoelde noodzaak dingen eenvoudig en uitvoerbaar te houden. Als het onwel was zou er bewust worden samengezworen tussen ambtenaren en politici om de verhoudingen te handhaven.
Maar het is al erg genoeg, dat het weinig verschil lijkt te maken.
Nog erger vind ik dat de PvdA dit punt geheel niet van betekenis lijkt te vinden. Ik heb daarover een motie in gediend, maar die is als “niet actueel” ter zijde geschoven. Opnieuw: misschien verkrampt vasthouden aan de macht, misschien incompetentie de ogen te openen voor het eigen handelen.
Als ik geloofde dat het bewust was zou ik lang lid zijn van een andere partij.
Ik bedoelde in de tweede zin: “als het wel onwil was”… excuus…
Hallo Tom, bedankt voor je reactie.
‘Onwil’ het was ontsproten aan mijn fantasie. Je hebt al gelijk als je opmerkt dat incompetentie al erg genoeg is. Hieronder zomaar een voorbeeld. Tijdens een journaal dacht ik aan het gene waar wij over hadden geschreven.
Het preferentie beleid op medicijnverstrekking mag misschien niet het beste voorbeeld zijn van onwil zich in gespannen voor een deugdelijke regulering. Maar met gemak had een fatsoenlijk voorschrift vele ergernissen kunnen voorkomen. Nu is slechts een kostenplaatje uitgangspunt geweest voor regelgeving. Enige differentiatie had ook gekund.
Zomaar een voorbeeld.
Ha Jan, ik heb er ook wel eentje. Door gezondheidsproblemen bekende ik aan CBR dat er iets was. Dan moeten we een gezondheidsverklaring hebben. Inmiddels ben ik volle werkdagen doende om orde te krijgen in hun systeem.
Als je wilt inloggen kan Google geen inlogscherm vinden, de termijnen zijn lang, de reacties ondeugdelijk. Ik moet naar een specialist, maar als ik vraag wie dat geregeld heeft, hoor ik dat CBR dat niet doet. Maar waarom stuurt een wildvreemde specialist een afspraak naar een wildvreemde patiënt?
Er is over u gerapporteerd over een bezoek; maar door wie dan? Enzovoort.
Vriendelijke en goedwillende mensen allemaal: maar het is een tumor, die ongecontroleerd groeit en gevaarlijker wordt. En van een regime Pechtold word ik niet gerust.
Ik weet dat je bij het CBR moet inloggen via digid. Vervolgens krijg je een zes cijferige code op je GSM, die geef je in en komt CBR en verschijnt het CBR van Pechthold. Daar heb ik ooit ooit mijn gezondsheidverklaring ingevuld en kreeg ik niet veel later het verzoek om naar een arts gaan. Dus geen specialist.Die arts heeft vervolgens in het bijzijn van mij alles digitaal overgemaakt aan het CBR. Veel Succes Tom.
.
Sorry Tom, voor de schoonheidsfoutjes in de tekst. Maar ik weet dat het bij CBR van Pechthold niet allemaal zo naar wens loopt,. Maar ik vind het ook wel een beetje bureaucratie. De digitale gezondheidsverklaring ingevuld levert a.h.w. standaard een bezoek aan arts of specialist op. In den regel niet je eigen huisarts. Wanneer het resultaat van het bezoek aan de arts gerapporteerd is aan CBR kan je na hun goedbevinding het rijbewijs ophalen bij het gemeentehuis.