Manifest

Versie: 0.18
Status: Concept
Typografie: De tekst is gekopieerd uit een MS-Word document en kan daardoor afwijkingen in de opmaak bevatten.

♦ Het manifest ondersteunen en/of eraan bijdragen? Een e-mail via CONTACT is voldoende.
♦ Het manifest downloaden? Manifest_Met vertrouwen linksom!_Concept_Versie_0.18.pdf

♦ Het concept manifest is in het Portable Document Format, of kortweg PDF opgeslagen. U kunt deze met een van de volgende leesprogramma’s lezen (Wiki, pdf readers/viewers, engelstalig):
https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_PDF_software
♦ Heeft u een PC met Microsoft-Windows dan is bijvoorbeeld Sumatra-PDF aan te bevelen:
http://www.sumatrapdfreader.org/download-free-pdf-viewer.html

CC Licentie

Met vertrouwen linksom!

Een manifest met een opdracht voor onze Partij van de Arbeid

 

Dick Kalkman & Gerard Bosman
Vrijdag 27 maart 2015
https://metvertrouwenlinksom.wordpress.com/

 

Perspectief en vertrouwen

Op 18 maart jl. heeft onze Partij van de Arbeid voor de derde keer op rij een zware nederlaag bij de verkiezingen geleden. Zowel op korte als lange termijn gezien daalt de steun voor onze partij. Dit verlies aan steun is maar in beperkte mate omgezet in meer steun voor andere linkse partijen. Na zeven jaren crisis slaagt links er niet in om een breed aansprekend perspectief te bieden op een andere politiek. Een linkse politiek die inspireert en mensen het vertrouwen geeft op dat hun dagelijkse zorgen én de uitdagingen van de toekomst aangepakt zullen worden.

Hoewel de financieel-economische crisis van rechts kwam – de oorzaken liggen vooral in de neoliberale politiek van dereguleren en ongelimiteerde marktwerking, als ook in de toenemende nadruk op en noodzaak van consumentisme, waarin een mentale houding van ‘leef nu en betaal later’ wordt uitgedragen – heeft onze partij in de praktijk van deze politiek weinig afstand genomen. Een geloofwaardige links alternatief beleid werd wel op papier gezet (Van Waarde, De bakens verzetten, verkiezingsprogramma’s), maar beperkt in de praktijk gebracht. Niet dat er geen grote inzet werd gepleegd, maar onze geloofwaardigheid is zwaar aangetast. Ook op de twee andere belangrijkste crises van onze tijd – hoe ons leven duurzaam te maken voor de generaties na ons, en hoe te zorgen dat de waarden van de Europese Verlichting binnen en buiten Europa weer aantrekkingskracht krijgen, worden te weinig echte stappen gezet. De burger verkeert door deze drie grote crises in onzekerheid, en onze partij slaagt er niet in om van de burger het nodige vertrouwen te krijgen voor een andere aanpak.

Overal in Europa klinkt de roep om verandering. Een oproep om afscheid te nemen van een conservatief neoliberaal bezuinigingsbeleid. Een radicaal ander beleid is nodig en wordt door steeds meer burgers gevraagd. Er staat veel op het spel. Visie, initiatief en inspiratie worden gevraagd. Aan ons de opdracht om een geloofwaardig links alternatief te bieden. Een initiatief dat vernieuwt, inspireert en verbindt!

Echter, als wij blijven hangen in het naar rechts opgeschoven politieke centrum, zullen de extreem-rechtse, conservatief-nationalistische en xenofobe bewegingen zoals PVV, Front National, de Liga Nord, De Gouden Dageraad en vele anderen aan de macht komen. In Hongarije is al een autoritair, Poetinistisch bewind aan de macht. Europa zal dan opnieuw onder een grauwe sluier van angst, haat, intolerantie, geweld, werkloosheid, het steeds verder wegvallen van voorzieningen en uitzichtloosheid belanden. Het jaar 2015 kan in Europa het jaar van verandering zijn – laten we samen zorgen dat die verandering linksom gaat!

 

Achteraf

Achteraf is het altijd makkelijk praten, ja dat is zo. Maar soms moeten er harde noten gekraakt worden over verkeerde keuzes. Die tijd is nu gekomen. De coalitie met de VVD is te onvoldragen tot stand gekomen, met een te neoliberaal beleid, met een regeerakkoord waarin teveel zaken zijn uitgeruild en waarin compromissen inhoudelijk onvoldoende bleken te beargumenteren. Wij ondersteunen de kritiek van senator Adri Duijvestein op het transactie-denken bij de totstandkoming van het huidige regeerakkoord. De toenemende afhankelijkheid van gedoogpartijen maken koers en positie nog instabieler. Van de voorgenomen dualistische opstelling van onze PvdA-fractie in de Tweede Kamer kwam niets terecht.

Het mooipraten en de ontkenning van de problemen drukt zwaar op onze partij. Net als het ontkennen dat de resultaten van het kabinetsbeleid voor gewone mensen zwaar onvoldoende worden gevonden. Er heerst een technocratisch geloof in systeemwijzigingen zonder dat er voldoende waarborgen voor een goed resultaat worden geschapen. Wij blijven maar steeds de blije boodschap verkondigen dat er licht achter de horizon zou wachten. Hierdoor werd aan de serieuze zorgen van – vooral de meer kwetsbare – burgers amper tegemoetgekomen.

Het kabinet riep al toen het meteorologisch nog hartje winter was: ‘Het is lente, de zon breekt door, wij geloven er weer een beetje in, eindelijk gaat het economisch gezien weer een tikje beter’. Het economisch herstel is echter zo pril als het voorjaar. Het lijkt korte rokjesweer, maar voor je het weet heb je blaasontsteking. Er is een knagend gevoel van ongemak over de bubbels, de herwonnen schaamteloze beloningspolitiek bij onze banken en verzekeraars, het gedrag van private equity en de huidige baanloze groei. Risico nemen is weer zo goedkoop geworden dat de kans reëel is dat er nieuwe financiële zeepballen worden geblazen.

 

Vertrouwen

De electorale crisis van onze PvdA is een kwestie van vertrouwen. Door te pleiten voor een geheel andere politiek, maar zodra de verkiezingen voorbij waren, toch weer steun te geven aan dezelfde oude politiek, zijn de mensen begrijpelijkerwijs het vertrouwen in onze PvdA kwijt geraakt. Het op koers houden van een in zichzelf onrechtvaardig en niet effectief beleid brengt alleen op de korte termijn en alleen onder de Haagse kaasstolp stabiliteit, maar veronachtzaamt dat de crisis zich juist, op langere termijn en breed in de samenleving, verdiept.

Zowel bij de zorg als bij het gasdebat, maar ook bij het leenstelsel, de voortdurende aantasting van onze burgerrechten, en allerlei maatregelen vallend in het dogma ‘kleinere overheid’, doet onze PvdA nog steeds mee met de heersende, neoliberale ideologie. Zij probeert zeker de scherpe kantjes er vanaf te slijpen, wat vervolgens niet of slechts ten dele lukt. Vanwege coalitieverplichtingen, of omdat het plan sowieso niet deugde, of omdat het overhaast werd ingevoerd of de uit zijn voegen gereorganiseerde overheid de uitvoering niet aankon (Belastingdienst, SVB, UWV, NZa). Zeggen en doen, pleiten en stemmen – ze liggen vaak te ver uit elkaar. Iedere keer steekt er een storm van protest op. We hebben de burger vooral als calculerende klant opgevoed. En vooral onze PvdA krijgt er van langs.

Te lang is het gesprek over de vertrouwenscrisis van onze PvdA met zijn kiezers weggehouden met een beroep op dit korte termijn en beperkte vizier-denken. Wij willen een andere politieke praktijk. Daarbij vinden wij het maar van secundair belang met wie een coalitie wordt gesloten en wie binnen onze partij daar leiding aan geeft. Maar het feit dat onze PvdA zo’n 50% van de kiezers uit 2011 én 2012 verloren heeft, en dat van de overgebleven kiezers op onze PvdA maar 58% vindt dat we door moeten gaan met dit kabinet, kan niet zonder beleidsmatige gevolgen blijven. Wij zijn niet uit op een kabinetsbreuk of een wisseling van het partijleiderschap. Het recente verleden heeft geleerd dat een wisseling van politieke leiders (Melkert, Bos, Cohen, Samsom) zonder een fundamenteel debat over de koers en over de theorie en de praktijk ons niet structureel verder helpt. Voorop staat dat de inhoud van onze inzet anders kan en anders moet. Aan voortgaande deelname van onze PvdA aan het kabinet moeten harde, duidelijke eisen en randvoorwaarden worden gesteld. Als een beetje neoliberaal-beleid-bijbuigen-partij kunnen we niet verder. Doorregeren heeft alleen betekenis bij een wezenlijk ander beleid. Onze PvdA moet niet nog beter zijn best doen, maar vooral anders zijn best doen.

 

Zelfvertrouwen en passie

Maar dat vraagt wel een veel meer assertieve houding van en binnen onze partij. Een houding die er van uitgaat dat er meerderheden voor ons gedachtegoed gevormd kunnen worden, soms niet direct, maar wel zeker op termijn. Soms is daar het aangaan van een conflict voor nodig. Als wij kiezer duidelijk maken waar de strijd over gaat, dan moet dat uiteindelijk resultaat kunnen opleveren. Teveel zien we nu dat onze partij zich er bij voorbaat bij neer lijkt te leggen dat voor ons standpunt nu geen meerderheid is. Je kunt niet onderhandelen als je niet bereid bent te verliezen. Als je niet in staat bent met vertrouwen en vooral met passie vanuit de eigen beginselen te onderhandelen, zal je ook nooit het optimale resultaat bereiken.

De komende periode zal cruciaal zijn voor onze PvdA in termen van herkenbaarheid, geloofwaardigheid en het herwinnen van vertrouwen. Ons politieke mandaat en handelen kan alleen effectief zijn als er gewerkt wordt aan herstel van dat essentiële vertrouwen. Het herstellen van dat vertrouwen in woord en daad, dat is onze primaire opdracht. Bij onze kiezers, onze leden en bij onze partijen die betrokken kunnen worden bij een hernieuwde zoektocht naar een linkse samenwerking. Woord en daad, gedrag en resultaten. Luisteren naar soms pijnlijke, maar opbouwende kritiek, en daar ook zichtbaar iets mee doen, is daarvoor nodig.

 

Trouw aan onze beginselen

Net zoals onze Grondwet het fundament is voor onze rechtsstaat zijn de Beginselen van onze Partij van de Arbeid het fundament voor ons politiek denken en handelen. Maar net zoals de Grondwet in Nederland slecht wordt toegepast en gehandhaafd, staat ook de toepassing en handhaving van onze beginselen onder druk.

De hieruit gegeven opdracht luidt dan ook:

  • Terug naar onze beginselen;
  • Trouw blijven aan onze missie;
  • Onze idealen iedere keer weer als leidraad nemen;
  • Knokken voor de mensen voor wie wij daadwerkelijk zijn opgericht;
  • Moedig zijn en lef tonen als sociaaldemocraten vanuit idealisme.

Vrijheid, democratie, rechtvaardigheid, duurzaamheid, emancipatie en solidariteit. Dat zijn de idealen van de sociaaldemocratie. In de confrontatie van deze idealen met de werkelijkheid van alle dag geven beginselen richting. Voor onze Partij van de Arbeid staat centraal het recht op een fatsoenlijk bestaan. Een bestaan dat een volwaardige participatie in de maatschappij mogelijk maakt, met ruimte voor wie wil en waardigheid voor wie niet kan.

De sociaaldemocratie is een beweging die zich verzet tegen schending van mensenrechten, tegen onredelijke ongelijkheid van inkomen en macht, tegen armoede, tegen discriminatie en tegen de uitputting en vervuiling van natuur en milieu. De sociaaldemocratie vervult een leidende rol bij het verzet tegen het ongeremde kapitalisme dat de levensomstandigheden van grote groepen van de bevolking aantast, bij de emancipatie van de arbeider en andere achtergestelde groepen. De sociaaldemocratie voelt zich historisch verbonden met onze verzorgingsstaat

Onze Partij van de Arbeid is een brede volkspartij. Sociaaldemocratische idealen binden en inspireren al meer dan een eeuw mensen met de meest uiteenlopende achtergronden en levensovertuigingen. Onze Partij van de Arbeid wil al deze mensen mobiliseren en een plek bieden van waaruit zij zich voor hun idealen kunnen inzetten. Voorop staat de overtuiging dat politiek het verschil kan maken tussen een marginaal en een fatsoenlijk bestaan, tussen vernedering en emancipatie, tussen rivaliteit van natiestaten en internationale samenwerking, tussen apartheid en vrijheid.

 

Oproep

Wij willen dat onze PvdA na deze verkiezingsnederlaag niet nog verder in haar schulp kruipt, maar met een herwonnen zelfbewustzijn en passie juist extra eisen stelt aan het kabinetsbeleid. In onderstaand programma, “Vijf over links” wordt dat concreet gemaakt. Daarvoor moet er opnieuw en ditmaal met passie en vertrouwen worden ingezet op een nieuwe linkse doorbraak. Een linkse doorbraak van lokaal tot landelijk, van landelijk tot mondiaal.

Laten wij leiderschap tonen en de progressieve krachten in ons land bundelen. Dat betekent ook dat linkse partijen elkaar niet weer los laten en zich tegen elkaar laten uitspelen bij kabinetsonderhandelingen. Laten wij naar verbondenheid zoeken. Nu er extra steun nodig is voor een stabiele voortzetting van het kabinet begint deze linkse samenwerking landelijk. Hier verwachten wij dat onze PvdA dat eerst en vooral zoekt ter linkerzijde, bij partijen als GroenLinks, de Partij voor de Dieren, de Socialistische Partij en zeker niet in de laatste plaats bij de Vakbonden.

Wij roepen onze partij op tot een brede bezinningsdiscussie en hopen met dit manifest daarvoor een eerste bijdrage te hebben geleverd.


 

Vijf over Links

 

  1. Herstellen van het vertrouwen in links;
    2. Investeren in duurzame groei en werk in plaats van eenzijdig bezuinigen;
    3. Solidariteit, eerlijk delen en gelijke kansen als norm;
    4. Radicale verduurzaming van onze economie;
    5. Het assertief uitdragen en verdedigen van onze Europese waarden uit de Verlichting.

 

  1. Herstellen van het vertrouwen in links

Onze analyse is dat onze partij bang is om de zaken op scherp te zetten en in openheid te debatteren. Onze PvdA toont onvoldoende vertrouwen in haar eigen kracht. Als we de kiezer onze PvdA en waar onze partij voor zegt te staan weer terug willen laten vinden, dan kunnen we niet vroeg genoeg beginnen om ons veel sterker met een consequent, en duidelijk verhaal te profileren in deze coalitie. Problemen van gewone mensen herkennen, erkennen en aanpakken. Niet meer wegkijken of mooipraten. We moeten ons weer sterk maken voor een open linkse aanpak uit de crises, ons verbinden met partijen en organisaties die inhoudelijk dicht bij ons staan, en van daaruit geloofwaardige politiek bedrijven. Het zal even duren, maar alleen dan maken we kans dat de kiezers ons weer weten te vinden en ons hun vertrouwen schenken. Alleen vanuit eigen kracht en geloof in eigen kunnen hebben coalities zin.

 

  1. Investeren in duurzame groei en werk in plaats van eenzijdig bezuinigen

De les van de aanloop naar de crisis en de laatste crisisjaren is dat een dominante focus op de overheidsfinanciën niet werkt. Het bezuinigingsbeleid heeft de recente, prille, voorzichtige en vooral baanloze opleving juist vertraagd en verzwakt. De 50 miljard euro aan bezuinigingen was wellicht niet helemaal vermijdbaar geweest, maar de eenzijdige focus daarop wel. Juist door doordacht te investeren waar het kan en loont, ontstaat er draagvlak. Draagvlak voor politiek moeilijke structurele versterkingen van de economie zoals verhoging van de pensioenleeftijd. Nederland moet investeren in duurzame groei van kwalitatief goede en eerlijke werkgelegenheid. Daarvoor moet alles uit de kast worden getrokken, met een concreet en meetbaar eigentijds Plan voor de Arbeid. Een Plan voor de Arbeid met een fundamentele belastinghervorming, met een herwaardering van de overheid als werkgever, met beter onderwijs en onderzoek, met meer aandacht voor innovatie en de maakindustrie, en misschien met tal van onconventionele maatregelen. Alles moet uit de kast om echt niemand aan de kant te laten staan. Het Europees Stabiliteitspact moet uitgebreid worden met de Melkertnorm van maximaal 5% werkloosheid, maar nationaal mag de ambitie nog wel een tandje hoger gelegd worden.

 

  1. Solidariteit, eerlijk delen en gelijke kansen als norm

Onze PvdA moet van solidariteit, eerlijk delen en gelijke kansen weer veel werk maken. Onze partij moet van bestrijding van armoede, het voorkomen van uitsluiting en groeiende ongelijkheid(die ook tot economische schade leiden voor ons allen) weer een prioriteit maken. De tweedeling in een overerfbare kansarme onderlaag en een bovenlaag met alle mogelijkheden moet worden doorbroken.

De situatie van kinderen in armoede en/of uitsluiting moet op korte termijn concreet, resultaatgericht en meetbaar aangepakt worden. Realisatie of herstel van gelijke onderwijskansen voor iedereen en een hernieuwing van ons sociaaldemocratische culturele verheffingsideaal. Wij pleiten ook voor een herstel van internationale solidariteit binnen en buiten de EU, ook uit welbegrepen eigenbelang.

 

  1. Radicale verduurzaming van onze economie

Wij pleiten voor meer verduurzaming van de economie. Daarin past geen parasitaire productie en consumptie. Wij pleiten voor een verantwoordelijke, dienstbare en dus getemde financiële sector, waarin zeepbellen preventief worden bestreden. Waarin banken vooral weer nutsvoorzieningen zijn en waarin coöperatieve verzekeraars hun leden teruggevonden hebben. Waarin de marktwerking weer gereguleerd wordt en betekenisvol teruggedrongen wordt in de publieke sector.

We staan niet alleen voor eerlijk delen van de welvaart, maar ook voor het behoud van het milieu voor onze kinderen en kleinkinderen. Veel van de maatregelen die daarvoor nodig zijn zullen de economie stimuleren, maar vooral zal onze aarde er beter van worden. Nu is het nog zo dat de rijkste 10% van de wereldbevolking zich ongelimiteerd kan verrijken door de aarde en de natuur te exploiteren ten koste van de rest, mensen uit de middenklasse en de echt armen. Door de regelgeving op het gebied van alles wat de aarde voortbrengt te verbeteren, kan veel gewonnen worden. Het principe: de vervuiler betaalt, geldt voor alle productieprocessen, ook voor de mijnbouw.

Op het gebied van energie loopt Nederland achteraan. De transitie naar duurzame energie en de afbouw van fossiele (inclusief nucleaire) energie moet versneld plaatsvinden. Hiermee kunnen vele vliegen in één klap geslagen worden: radicale vermindering CO2 uitstoot, radicale vermindering afhankelijkheid invoer van energiedragers uit landen met dubieuze en gevaarlijke regimes, het stoppen van de bodemdaling en de daardoor optredende aardschokken bij de winning van gas, het stimuleren van werk en van innovatieve groei.
Energiebesparing moet prioriteit nummer één zijn.

De landbouw en visserij moeten verduurzamen en natuurwaarden en dierenwelzijn moeten centraal staan. We willen de economie kantelen naar een meer decentrale economie, coöperatieve vormen bevorderen en toewerken naar een meer circulaire economie. Door kringlopen van grondstoffen en afval te sluiten, productie te baseren op basis van groene en eerlijke grondstoffen.
Een economie waarin bezit van producten steeds meer vervangen wordt door het gebruiken en delen van diensten, zonder dat daarbij de kwaliteit van de arbeid teloor gaat. Ook het verdienmodel van internetbedrijven moet voldoen aan wettelijke en morele sociale en ecologische normen.

 

  1. Het assertief uitdragen en verdedigen van onze Europese waarden uit de Verlichting

Wij pleiten ook voor meer aandacht voor het uitdragen van en de verdediging van onze Europese waarden die zijn oorsprong vinden in de Verlichting, zoals tolerantie, pluriformiteit, vrijheid, democratie, mensen- en burgerrechten, non-discriminatie, rechtstaat en scheiding van kerk en staat. Ze worden aan onze buitengrenzen openlijk aangevallen door jihadisten en autoritair-islamitische regeringen als ook door de conservatief-nationalistische autoritaire regimes in Rusland en China. De soft-power van Europa moet geloofwaardiger worden met een Europees geïntegreerd buitenlands beleid, een humaner en effectiever asielbeleid, meer hulp aan vluchtelingen en meer en effectievere ontwikkelingssamenwerking, en worden versterkt met hard-power van een moderne, effectieve Europese defensie.

Maar deze waarden, die we te lang en nog te vaak als vanzelfsprekend aannemen, worden ook van binnenuit bedreigd. Terreurdreiging, antisemitisme, islamofobie en steeds openlijker discriminatie ondermijnen het cement van onze samenleving. De kwaliteit van een samenleving komt mede tot uitdrukking in de wijze waarin een samenleving met haar minderheden omgaat.

Echter, ook onze Nederlandse houding ten opzichte van burger- en mensenrechten is onderwerp van felle kritiek. Bij het eenduidig handhaven van de grondwet, het niet versjoemelen van burgerrechten, het beschermen van elementaire rechtsbeginselen als ‘onschuldig totdat schuld bewezen is’ en het onvoorwaardelijk toepassen en handhaven van internationale verdragen dienen wij als PvdA weer onomstreden te zijn.

Deze externe en interne bedreigingen ondermijnen de fundamenten van onze Europese beschaving en cultuur. Dat moet bestreden worden door vooral meer debat en kennisverspreiding, bewaken van onze beginselen, door een inclusieve samenleving en door preventie. Geen War against terror of een War against drugs maar een omslag van populistisch repressie denken naar preventie denken. Maar ook door handhaving van grenzen die juist ter bescherming van die waarden worden gesteld en door bescherming van burgers, die zich bij overschrijding van die grenzen bedreigd weten of voelen.
Repressie als ‘last resort’, waarbij gewaakt wordt dat het middel niet erger is dan de kwaal. Democratie is ook kunnen leven met de pijn die je hebt van een andere opvatting dan de jouwe.

Maar niet alleen onze rechtsstaat is onderwerp van kritiek. Ook onze democratie kent haar problemen. De machtsverhouding tussen burger en overheid is steeds meer verstoord geraakt en dient hersteld te worden.
Zeker ook onze locale democratie dient zich, mede in het licht van haar nieuwe taken, verder te ontwikkelen.

 

 

Is het realiseerbaar?

Is het voorgaande realiseerbaar? Jazeker! Onze partij en haar voorgangers, w.o. de SDAP, SDB, VDB en CDU, hebben al eerder bewezen tot ongekende prestaties en veranderingen in staat te zijn. Ook vandaag de dag zijn er vele partijgenoten en afdelingen die richting en vertrouwen geven. Voor de één zullen die veranderingen makkelijker zijn dan voor de ander. Wij herkennen en erkennen de bestaande onzekerheden en angst. Vaardigheden en omstandigheden zullen zoals altijd variëren en veranderingen zijn niet altijd leuk of makkelijk. De sociaaldemocratie is echter een beweging die gebouwd is op solidariteit en strijd. Een strijd in vele moeilijke tijden waar opoffering, standvastigheid en visie telden. Een strijd voor rechtvaardigheid en emancipatie. Solidair voor elkaar en met elkaar, vooral in moeilijke tijden.

 

Tot slot

Met vertrouwen Linksom! is nadrukkelijk een beweging binnen onze Partij van de Arbeid. Wij willen onze partij positief van binnenuit veranderen, met meer urgentie voor een meer progressieve, linkse politiek. Wij willen door onze aanpak de zwijgende en afwachtende ontevredenheid in onze partij mobiliseren ten gunste van die noodzakelijke verandering.

Wij zijn weliswaar nadrukkelijk een beweging binnen onze PvdA, maar willen het debat wel in alle openheid en openbaarheid voeren. Onze groeiende ledendemocratie is daarvoor de basis. Besloten discussies, achterkamertjespolitiek, eerst maar wachten op de volgende verkiezingen om dat proces niet te verstoren – dat gaat ons niet helpen om de vertrouwensrelatie met onze achterban te herstellen. Daarom ook verschijnt dit manifest in Socialisme & Democratie, wordt het gepubliceerd op openbare websites en andere media. Dat doen wij omdat wij diep betrokken zijn bij onze partij en de sociaaldemocratie, omdat de pijnlijke staat van onze partij ons aan het hart gaat, en omdat wij diep geloven dat dit de enige weg is om een nieuwe toekomst voor onze partij en achterban te realiseren.

Wij roepen een ieder binnen onze partij op om samen aan een nieuwe toekomst te werken, waarin woorden geen holle leuzen meer zijn, waarin de bakens echt verzet worden, waar we een invulling geven aan de gewenste ombuiging van het kabinetsbeleid – om met Ad Melkert te spreken: Linksom uit de crisis!

Dit manifest is geschreven door Gerard Bosman en Dick Kalkman. Wij danken onderstaande personen die ons op persoonlijke titel steunen en/of hun zeer gewaardeerde inhoudelijke bijdrage geleverd hebben. Voorts danken wij alle mensen die ons aangespoord en geïnspireerd hebben!

 

Abdoul Oulgout Adri Duijvestein
Aina van Houwelingen Saugerud Alet van Leeuwen
Anita Engbers Anneke Blommestein
Arco Leusink Arianne Ripmeester
Bart Bouman Bart Overzier
Carla Ensing Cees Nieboer
Cor Knol Dik Kruithof
Francisca Drijver Gabrielle Penning de Vries
Geert Winkel Gerald Thus
Hans Brosse Hans Paquay
Inge Bunte Irene van Zevenbergen
Jan de Vries Jan Dirkzwager
Jan van Weperen Janny Ista
Jeroen Rijsdijk Koos van der Veen
Koos van Wees Leo van Etten
Lies Opdam Louis Plas
Louis van Kessel Lutz Jacobi
Maarten Reuderink Marc van der Schouw
Maret Celis Margot van Beem
Margreet Elings Maurits Groenenberg
Monique Verweijmeren
Otto Knottnerus Patrice van de Vorst
Peter de Boer Peter de Boer
Pierre Polderman Piet de Koning
Rob van Heijst Samim Qayoumi
Sander Terphuis Toos Suurmond
Wietze de Haan Wilfried de Pree
Wim Boer Yvonne Drissen

 

 

Analyse

De hiernavolgende analyse ging vooraf aan het opstellen van de voorafgaande paragrafen en latere conclusies, maar is om redenen van leesbaarheid op deze plaats in het manifest opgenomen. Deze analyse ondersteunt en verdiept hetgeen aldaar gesteld wordt.

 

Een pijnlijke werkelijkheid

De uitslag op 18 maart jl. dwingt ons om consequenties te trekken. Deze vreselijke uitslag doet ons pijn. Dit omdat we ons zeer betrokken voelen bij onze partij. We hadden deze uitslag willen kunnen voorkomen. Iedereen zag dat onze PvdA in een crisis verkeert. Een vertrouwenscrisis met de kiezer en een inhoudelijk diep meningsverschil binnen onze partij over de te volgen koers. Iedereen zag dat, behalve onze PvdA zelf. Het zijn parallelle werkelijkheden. Onze PvdA zag zelfs dingen die er niet of nauwelijks zijn: economische groei, meer banen, betere zorg. Er is zelfs een aparte website over gemaakt, waar vaak alleen maar halve waarheden te lezen zijn.
De wens was hier de vader van de gedachte. We wilden zo graag dat de crisis voorbij zou zijn, dat er weer economische groei zou komen en dat dan de kiezer onze PvdA alsnog zou terugvinden en waarderen, dat we er zelf in gingen geloven. Zelfs tot kort voor deze verkiezingen hoopten velen nog op een herhaling van het wonder van de stembusuitslag in 2012, toen in korte tijd alle voorafgaande peilingen werden verslagen en onze PvdA zelfs bijna de grootste partij werd.

Maar de economische werkelijkheid voor onze kiezers is na al zeven jaar crisis heel anders: Economie koop je niet bij de Aldi. Economie krijg je niet in het verzorgingstehuis. Haagse werkelijkheden zijn niet de werkelijkheid van de burger. Daar is de crisis helemaal niet voorbij. Die suddert nog steeds door, de werkloosheid blijft hoog, de oorzaken van de crisis worden onvoldoende aangepakt, nieuwe zeepbellen dreigen te ontploffen, er is dreigende deflatie en stagnatie, de armoede van steeds meer mensen én de rijkdom van een kleine elite neemt nog steeds toe. Mensen die hulp en zorg nodig hebben verkeren in grote onzekerheid en ervaren dat daarop fors wordt bezuinigd. Onze politici praten in stelselwijzigingen en abstracties. Echter in gelul kan je niet werken, wonen of op zorg rekenen.

Dit alles doet niets af aan die zaken die wél bereikt zijn, of min of meer behouden zijn. Alle lof daarvoor en daarover later meer. De werkelijkheid van de gewone man en vrouw wordt echter bepaald in het land, op straat, in de eigen omgeving en niet onder de Haagse kaasstolp.

 

Cijfers, cijfers, cijfers

Vanwege de kabinetsbezuinigingen geeft de overheid minder uit aan gezondheidszorg, minder uit aan ambtenarensalarissen en investeert zij minder in infrastructuur. En hoewel de Nederlandse economie nu drie kwartalen op rij een klein beetje is gegroeid, is het bruto binnenlands product (bbp) nog steeds niet helemaal hersteld van de kredietcrisis. Pas in 2016 verwacht het CPB dat de economie weer terug zal zijn op het oude niveau. Het herstel heeft dan acht jaar geduurd. Dat is langer dan na de Grote Depressie van de jaren dertig. Toen duurde het zeven jaar voordat het bbp van de depressie was hersteld.

Elke keer als er weer een tiende procent groei is, wordt ons juichend ingepeperd dat dit dankzij het kabinetsbeleid is. Hoopvol wordt de suggestie gewekt dat er na jaren van zuur nu eindelijk de periode van het zoet aanbreekt. Nog even doorbijten en dan zal ook de kiezers dit ervaren – en ons belonen, zo hoor je doorklinken. IJdele hoop. De werkelijkheid is dat het kabinetsbeleid juist de groei in de weg zit. Met een ander beleid is veel meer groei mogelijk. Bovendien is de huidige, zeer bescheiden en wankele groei vooral baanloze groei. En als er banen bijkomen, dan zijn dat banen van ZZP-ers die vaak datzelfde werk voordien deden in loondienst – met een veel betere rechtspositie – en in het uitzendwerk. De werkloosheid staat nu al jaren op een onaanvaardbaar hoog niveau, met belangrijke uitschieters onder niet-westerse allochtonen, jongeren en 55-plussers. De langdurige werkloosheid stijgt snel, met name onder 45-plussers, en tegelijkertijd kunnen zij pas later met pensioen. De tragiek is dat de cijfers uitwijzen dat de overheid juist de grootste rem zet op de groeicijfers.

 

Onze Rutte Recessie

In de verkiezingscampagne van 2012 – voor de laatste verkiezingen die onze PvdA gewonnen heeft – had onze PvdA het nog over ‘De Rutte Recessie’. We vertelden dat ‘alle economen van de wereld’ waarschuwen tegen een nieuwe ‘orgie van bezuinigingen’ bovenop de € 19 miljard uit Rutte-I. Die leiden alleen maar tot tegenvallers die weer nopen tot nieuwe bezuinigingsrondes. ‘Exact de manier waarop Colijn ons in de jaren dertig in diepe armoede dompelde’. Onze PvdA pleitte daarom toen al voor maatregelen die de overheidsfinanciën structureel versterken door onder meer investeringen in innovatie te doen. Het Europese Groei- en Stabiliteitspact zou daartoe opgerekt moeten worden om geen Krimp- en Crisispact te worden. Daarvoor had onze PvdA al besloten tot het niet steunen van de Kunduz-coalitie die in april 2012 tekende voor € 11 miljard extra bezuinigingen en lastenverhogingen. Vervolgens werd in het verkiezingsprogramma gesteld: “Gaan we door met het eenzijdig hakken met de botte bijl, waardoor de werkloosheid nog verder de pan uit rijst? Of slaan we een nieuwe weg in, een weg van de financiën op orde brengen én werken aan groei en banen? (…) Het begrotingspact (…) richt zich te eenzijdig op begrotingstekorten en schulden. Er moet een nieuw Groeipact komen: een pact dat de motor is voor het scheppen van werkgelegenheid en hervormingen.” Onze PvdA voerde in 2012 campagne tegen het ‘rechts-rot-beleid’ van Rutte-I.

Helaas werd met het regeerakkoord van Rutte-II door onze PvdA hier in een vloek en een zucht afscheid van genomen. Begrotingsregel één uit dat akkoord luidde: we houden ons aan het begrotingsafspraken uit het Stabiliteits- en Groeipact. Een belofte die ruimschoots werd ingelost door vrijwel het hele Kunduz-akkoord alsnog te accorderen en dat bovendien aan te vullen met nog eens € 15 miljard aan bezuinigingen. En toen in 2013 de cijfers tegenvielen kwam daar nog eens € 4 miljard bovenop. In totaal bijna € 50 miljard aan bezuinigingen door Rutte-1 en -2, zo memoreerde VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra op 15 februari jl. in Buitenhof vol misplaatste trots. Onze PvdA heeft een financieel kader geaccepteerd waarbinnen ondanks een hoge werkloosheid en stagnerende koopkracht de lasten verder werden verhoogd en pijnlijke bezuinigingen werden doorgevoerd op onder meer de thuiszorg, ouderenzorg en sociale werkvoorziening. Maatregelen die juist de mensen treffen waarvoor onze PvdA zegt te willen staan: werknemers en mensen die afhankelijk zijn van zorg en sociale zekerheid. De bezuinigingen en lastenverhogingen zijn maar voor een zeer beperkt deel (zoals de verhoging van de pensioenleeftijd en de beperking van de hypotheekaftrek) ingevuld op een manier die de overheidsfinanciën en de economie structureel versterken. Voor een belangrijk deel waren het echter korte termijn bezuinigingen, die de economie juist schaden (denk aan de nullijn van ambtenaren en de verhoging van de BTW). Van de groei en banen waarover het PvdA-verkiezingsprogramma spraken is dan ook niets terecht gekomen. Wel kwam er de door onze PvdA eerder voorspelde verdieping van de recessie en stijging van de werkloosheid.

 

Europa

Ook in Europees verband is gebleken dat het vasthouden aan korte termijn bezuinigingen niet helpt. Onder het motto ‘dat de afspraken moeten worden nagekomen’ werden landen gedwongen deze toch door te voeren. Vanaf dat moment (2009) zien we dat de economische ontwikkeling herhaaldelijk en aanzienlijk achterblijft bij de voorspellingen. De voorspelde positieve effecten doen zich niet voor. Consumenten en investeerders besteden weinig, en de economie kromp. Eind 2014 concludeerde het IMF dat bezuinigingen in tijden van recessie maar liefst drie maal zoveel schade berokkenen voor de economie dan in normale tijden. Voor iedere euro aan verbetering van de overheidsfinanciën wordt een krimp in de economie gesignaleerd van 2 euro. Ten opzichte van de economie gaat de staatsschuld daardoor juist omhoog. Het negatieve effect van bezuinigingen op werkgelegenheid is volgens deze studie zelfs zesmaal groter in tijden van recessie. Deze economische pijn kan langdurige effecten hebben doordat werklozen motivatie en vaardigheden verliezen. Jongeren maken een valse start op de arbeidsmarkt, ouderen haken af, en de algehele arbeidsproductiviteit blijft door het uitblijven van investeringen achter. Bezuinigingen om eenzijdig begrotingsdoelen te bereiken schaden zo structureel de economie. De negatieve gevolgen van de bezuinigingen worden nog eens versterkt doordat de EU-lidstaten elkaars voornaamste handelspartners zijn.

In plaats van te doen wat in ons verkiezingsprogramma staat – investeren voor groei – werd een eenzijdig bezuinigingsbeleid gevoerd. De feiten zijn duidelijk – en pijnlijk! – over de resultaten van het verschil in aanpak tussen de VS en Europa. Tot 2011 gaan de Amerikaanse en de Europese economie gelijk op, daarna zwiept die van de VS omhoog en zakt die van de EU in. Een kloof die in elke volgende grafiek – of het nu om investeringen of om werkgelegenheid gaat – terugkeert. Alsof Europa getroffen is door een komeet en onder een vuilgrijze aswolk ligt. Die komeet, dat is dus de Europese bezuinigingspolitiek. Terwijl de Amerikanen als antwoord op de financiële crisis de portemonnee trokken en de weg omhoog hervonden, trok Europa juist de broekriem aan en koos daarmee impliciet voor stagnatie.

EU-lidstaten voeren echter sinds het begin van de eurocrisis een gesprek tussen doven. Frankrijk en Italië pleiten voor meer financiële flexibiliteit. Duitsland, Nederland, Finland zijn daar huiverig voor. Landen met afgeknepen begrotingen vinden dat landen die er beter voor staan, Duitsland en Nederland voorop, meer moeten investeren om de economie een zwieper te geven. Op de pijnlijke bezuinigingen in het zuiden volgt tot op heden slechts een beperkte stimulering uit o.a. de noordelijke landen. De eurozone is dan ook nog niet uit de gevarenzone. De schulden lopen nog altijd op. De hoge schuldenlast en de te strakke terugbetalingregels staan een economisch herstel in de weg. Junckers manoeuvres zijn pogingen om de impasse te doorbreken, om Europa alsnog in beweging te krijgen en die gapende kloof met de VS te dichten. ‘Het is verkeerd om te denken dat begrotingsdiscipline en structurele hervormingen genoeg zijn om de economie weer op gang te krijgen’, zei de Europese Commissievoorzitter begin februari in het Europees Parlement.

Wij delen de opvatting van PvdA-Europarlementariër Paul Tang dat het verkeerd is om te denken dat het ‘gesprek tussen doven’ nog heel lang kan doorgaan, want wie gaan er na de Grieken nog meer rebelleren? In Spanje broeit het. ‘Het is niet een louter economische discussie. Er is nu een scherpe politiek-maatschappelijke reactie en er ontstaat een explosieve situatie’, zegt Tang. ‘Dat zou de echte reden tot zorg moeten zijn.’ Hij verwijst daarmee naar sociale ellende, de onhoudbare hoge niveaus van werkloosheid en het wegvallen van voorzieningen in alle zuidelijke lidstaten en Ierland en impliciet naar de aantrekkingskracht van partijen als het fascistische Gouden Dageraad in Griekenland, het xenofobe Front Nacional in Frankrijk, de even xenofobe Liga Nord in Italië en het nationalistische UKIP in het Verenigd Koninkrijk.

De Nederlandse regering, gesteund door onze PvdA, verkeert nog steeds in de fase van de ontkenning. Door eerst met een belerend vingertje naar andere landen op te treden hebben Rutte en Dijsselbloem alsmede zijn voorgangers met hun rigide houding de ruimte voor Nederland in Brussel juist beknot. Zoals Commissievoorzitter Juncker deze kerst in de Volkskrant onomwonden toegaf kreeg Nederland maar één jaar uitstel ‘omdat het de eurozone altijd de les leest’. De VVD wil dat we daarmee doorgaan. Griekenland moet gewoon zijn afspraken nakomen en er is beslist geen ruimte om de terugbetalingen te koppelen aan economische groei. De opgeheven middelvinger die de VVD ziet in de opstelling van de Grieken is in werkelijkheid de eigen opgestoken middelvinger naar de Grieken toe. Nu eindelijk politici aan de macht zijn in Griekenland die niet verantwoordelijkheid waren voor de corrupte staat van de publieke sector, laten we ze in de steek bij hun pogingen de oligarchen aan te pakken en de armoede te bestrijden. Als ze dat ook nu echt gaan doen, verdienen zij onze steun. De eurocrisis heeft ons geleerd dat onze monetaire unie te kwetsbaar is als de economieën in de unie te veel van elkaar verschillen en er geen politieke unie is. Dat kan alleen maar opgelost worden met meer solidariteit en verantwoordelijkheid in gezamenlijkheid.

 

De ongetemde financiële sector

De financiële sector stond aan de basis van de huidige economische crisis. Sindsdien zijn de buffers verhoogd, de regelgeving is verscherpt en de bonussen zijn aan banden gelegd. Maar de sector lijkt nog steeds gespeend van enig moreel besef. Veel huidige bankiers en hun toezichthouders leven in een andere wereld. Ver weg van de klanten, met de rug naar de samenleving die een paar grote bank-verzekeraars tijdens de financiële crisis van 2007 en volgende jaren noodgedwongen mocht redden. De Rabobank, die geen steun nodig had, bleek met het Londense Libor-bedrog geen haar beter te zijn. Triodos betaalt echt anders. Van een sector, die de samenleving zulke, nog voelbare schade heeft berokkend door een verslaving aan financiële dope zou je een grondige herbezinning verwachten, leidend tot een werkelijk ander bedrijfsmodel en bijbehorend gedrag. Ondanks al het oranje klant-centraal-getetter wordt ING-baas Hamers na magere jaren van 1,3 miljoen per jaar op 1,6 miljoen gezet. Een schijntje vergeleken bij buitenlandse collega’s, ronduit dramatisch als je kijkt naar de 24 miljoen van Shell-topman Van Beurden. Samen met de recente salarisverhogingen bij ABN AMRO zijn deze verhoginkjes vooral een signaal dat deze bankiers nog weinig geleerd hebben van de crisis.

Het is een verbijsterende ongevoeligheid. Hoge werkloosheid, gesnoeide zorg voor langdurig zieken en ouderen, langjarige nullijn voor werknemers, toename van zeer onvast werk, massale overtreding van de arbeidswetgeving. Een structurele schade van honderden miljarden euro’s. Maar de bankiers blijven pleiten voor doorgaan met ongeremd Angelsaksisch kapitalisme. De wereld één markt, sociale verworvenheden stelselmatig afschaffen en het Rijnlands model aan rafels.

Dat kan niet onze keus zijn. De sector moet verder getemd worden, met kleinere banken, wellicht behoud van een staatsbank en nog strengere regels. De financiële crisis is een vorm van milieucrisis: teveel mensen verdienen aan de schade die erdoor optreedt voor de rest van de maatschappij. Zonder ingrijpen van de overheid gaat het heel erg mis. De normen van de Londense City mogen niet de normen zijn van de banken in de eurozone – niet op het gebied van bonussen en salarissen, maar ook breder qua normen van fatsoen en moraal. Het omstreden handelsverdrag tussen Europa en Amerika (TTIP) kan alleen gesteund worden zonder dat het para-nationale, bedrijfsvriendelijke hof (ISDS) daarin nog een hoofdrol speelt. Economische en financiële belangen mogen niet domineren boven sociale en ecologische belangen.

Eén van de grote opgaven van de sociaaldemocratie is om onze kapitalistische economie weer onder democratische controle te krijgen en een duurzame stabiliteit in het systeem te krijgen. Het lijkt wel alsof we dat perspectief helemaal zijn kwijt geraakt afgelopen decennia, terwijl we nu de gevolgen duidelijk zien. Noch in het neoliberalisme, noch in de derde weg van Schröder & Blair is er sprake van besef van de mogelijkheid van recessie/crisis als onderdeel van onze economie, niemand hield hier nog rekening mee en nu het toch gebeurt gaat rechts er mee aan de haal.

Successen

Natuurlijk zijn er door onze PvdA met dit kabinet ook successen behaald. Zo is de inkomensverdeling in ons land een beetje genivelleerd, is het kind-gebonden budget betekenisvol verhoogd (waardoor werken voor alleenstaande ouders eindelijk lonend is geworden), komen de schoonmakers weer in dienst van het Rijk en worden constructies om buitenlandse werknemers uit te buiten en tegelijkertijd Nederlandse werknemers daarmee van de arbeidsmarkt te verdringen aangepakt.

De nullijn voor ambtenaren, trendvolgers (o.m. leraren, verpleegkundigen en militairen) en uitkeringen is eindelijk opgeheven, topinkomens in de publieke sector zijn aangepakt en in de financiële sector zijn toekomstige bonussen hard aangepakt. De koopkracht is een klein beetje toegenomen, al is dat vaak een papieren werkelijkheid. Bijvoorbeeld voor armoedebeleid is er slechts 100 miljoen bijgekomen, terwijl de armoede enorm is toegenomen. Dit zijn stuk voor stuk belangrijke zaken, maar zijn helaas onvoldoende om op deze voet door te gaan. Er is beduidend meer ambitie en passie nodig.

 

Wat doet pijn

Op het terrein van werk is er slechts 600 miljoen euro beschikbaar gekomen, kruimeltjes op een kabinetsbegroting. Met deze programma’s is geen nieuw werk gecreëerd, maar de facto vooral ingezet op het behouden van werkgelegenheid. Niet onbelangrijk, maar lang niet genoeg voor een PvdA die haar naam en haar solidariteit met de vakbonden serieus neemt. Bovendien is er op onderdelen van die programma’s serieuze kritiek op de effectiviteit en wordt het effect van de programma’s niet gemeten. Het ontslagrecht is rechtvaardiger gemaakt en de uitwassen van flexwerk worden daarmee aangepakt, maar op de korte termijn heeft dat een mogelijk een negatief effect op de (groei van) de werkgelegenheid.

Op het terrein van onderwijs is er eveneens een – te – bescheiden investering, die ook pas over jaren na nu echt beschikbaar komt en waarvan de invulling nog moet beginnen. Bovendien wordt deze investering geheel gefinancierd door het grotendeels wegbezuinigen van de studiefinanciering. Met eufemistisch aangeduide ‘studievoorschotten’ wordt een leningstelsel opgetuigd, dat drempels opwerpt om te studeren, hoge studieschulden voor ruim 30 jaar geeft bij juist de studenten met de laagste rendementen van hun studie in termen van hoger inkomen, en een groot risico levert voor een nieuwe schuldencrisis die op de overheid wordt afgewenteld. Dit terwijl er een gedegen, rechtvaardiger alternatief met een collectieve studieheffing na afloop van de studie beschikbaar was en is. Ondertussen voelen studenten zich verwaarloosd en zijn universiteitsbesturen soms meer met vastgoed bezig dan met onderwijs en onderzoek. Met de financiële verheffing van het basis en voortgezet onderwijs is wel een begin gemaakt, maar het geld is in veel gevallen niet bij het beoogde doel (meer leraren, minder werkdruk, meer ondersteunend personeel en conciërges) terecht gekomen. Wel zijn de salarissen licht verbeterd, maar de opgelopen achterstand is nog lang niet ingelopen.

Op het terrein van de woningmarkt zijn belangrijke verbeteringen in gang gezet, zij het vooral naar aanleiding van een parlementaire enquête en unaniem in beide kamers van het parlement ondersteund. De woningmarkt trekt iets aan, maar de regionale verschillen zijn nog erg groot en heel veel huizen staan nog onder water: de hypotheekschuld is (vaak veel) hoger dan de gedaalde waarde van het pand. Er is een begin gemaakt met de beperking van de hypotheekrenteaftrek, maar met een verdere stap zouden te hoge hypotheken nog beter voorkomen kunnen worden.

Op de huurmarkt zijn, naar aanleiding van de parlementaire enquête en in beide kamers van het parlement unaniem ondersteund, belangrijke verbeteringen in gang gezet. Corporaties moeten terugkeren naar hun kerntaak en huurdersorganisaties hebben meer middelen gekregen om invloed uit te oefenen. Ook is voorkomen dat de VVD-plannen om te bezuinigen op de huurtoeslag zijn uitgevoerd en zijn de plannen van Rutte-1 om 75% van de sociale woningvoorraad van de woningcorporaties te verkopen geschrapt. Maar als gevolg van de inkomensafhankelijke huurverhogingen groeien overal in het land de betaalbaarheidsproblemen. De uitgaven aan huurtoeslag nemen toe maar zijn onvoldoende om de huurstijgingen op te vangen. Het aanbod van goedkope en duurzaam goede huurwoningen is veel te beperkt en slinkt bovendien in rap tempo. De grens om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning is – tijdelijk – verhoogd, maar de doorstroming is nog niet op gang gekomen, het aanbod van goedkope en duurzaam goede huurwoningen is veel te beperkt, de huren zijn te hard gestegen en de huurbescherming dreigt beperkt te worden. Als de verhuurdersheffing wordt verruild voor een investeringsverplichting komt er meer aanbod. Daardoor zal ook de doorstroming beter op gang kunnen komen en kan de huurbescherming in stand blijven.

 

Mooipraten of weer het eerlijke verhaal?

De lijst van tegenstellingen in het kabinetsbeleid tussen goede bedoelingen en slechte beleidsuitkomsten is schier eindeloos. Natuurlijk, we wilden dat de zorg dichterbij de mensen georganiseerd zou worden, met meer maatwerk, minder bureaucratie en financiële ontschotting. Met meer eigen regie en betere kwaliteit, ook door professionals meer ruimte te geven. Er is inderdaad meer geld voor verpleegkundigen geregeld, maar hun opleiding blijft kwalitatief en kwantitatief achter. Door de koppeling van de decentralisaties en veranderingen in de zorg aan een enorme bezuinigingstaakstelling, die ook nog eens in een onmogelijk en aan die bezuiniging gekoppeld tijdspad moest worden uitgevoerd, dreigt dit project op vele punten te ontsporen.

Niets nieuws, want dit alles was door vele instanties en mensen uit de praktijk al ruim van tevoren voorspeld en onderbouwd. De grootschalige bezuinigingen en het onmogelijke tijdspad hebben het toch al precaire draagvlak voor deze veranderingen tot een dieptepunt doen dalen.
De operatie wordt mede verkocht onder het credo dat lokaal beleid ook beter beleid zou zijn. Jammer alleen dat de gemeentelijke democratie door steeds minder mensen beleefd wordt, wat onder meer duidelijk wordt uit de immer dalende opkomstcijfers bij lokale verkiezingen. Dat uit recente onderzoekingen bleek dat de gemeentelijke rekencommissies weg bezuinigd in plaats van versterkt te worden, en dat de lokale en regionale nieuwsgaring zo goed als afwezig is, helpt daar uiteraard ook niet bij.

 

Parallelle werkelijkheden

Onze PvdA-partijleiding betitelde dit echter tijdens een politieke ledenraad eind 2013 als een fictief probleem – parallelle werkelijkheden -, we schreven het al eerder in dit manifest. In de meeste gemeenten staat de bezuiniging voorop en is ‘eigen kracht’ een eufemisme geworden ‘eigen verantwoordelijkheid’ in plaats van collectieve solidariteit. Ondertussen staan steeds meer zorgverleners op straat, wordt de huishoudelijke hulp (als deze al niet geheel wordt afgeschaft) geplaagd door alfahulp constructies (‘slecht werk’) en algemene kortingen (het later toegevoegde extra geld resulteert nog steeds in een netto bezuiniging) en worden tehuizen in de ouderenzorg versneld gesloten. Tegelijkertijd blijven besparingen op verspillingen, teveel en te hoog beloonde management uit en gaan de fusies in de zorg nog steeds door. Het beoogde, ook door ons onderschreven doel dreigt zo om te slaan in het tegendeel.

Een ander voorbeeld is de Participatiewet. Natuurlijk wil onze PvdA zoveel mogelijk mensen met een arbeidshandicap of grote afstand op de arbeidsmarkt helpen aan een volwaardige baan, in een normaal bedrijf of instelling. Maar ook hier is het weer gekoppeld aan een strak financieel en tijdskader. Bovendien steunen de nieuwe instrumenten op weinig empirische ervaring. Loonkostensubsidies hebben in het verleden weinig opgeleverd. Extra banen in de publieke sector worden niet gecreëerd, integendeel, en is vaak ook te moeilijk voor de doelgroep van de Participatiewet. En juist waar er daar wellicht mogelijkheden liggen, zoals in de huishoudelijke hulp, wordt daar drastisch bezuinigd.

Op lokaal niveau blijkt nauwelijks kennis over effectief arbeidsmarktbeleid aanwezig, en ze worden daar ook niet in geholpen. Goede diagnostiek over wat bij een bepaalde werkloze persoon zou helpen bestaat wel degelijk in het arbeidsmarktbeleid, maar wordt nauwelijks toegepast. Ook de kennis over het begeleiden van werklozen naar werk, wat werkt wel en niet, wordt nauwelijks toegepast. Gedragsverandering kan, maar is uitermate complex. Begeleiding van werklozen naar werk is een vak. Geen enkele gemeente meet welke interventies werken noch onderzoekt waarom dat zo is. Financiële overwegingen dicteren vaak locale keuzes. In de praktijk heerst vaak de waan van de dag. Bestaande systemen dienen alleen ter controle van uitkeringen en slaan managementinformatie op. Er worden veel gegevens van burgers opgeslagen, vaak op een niet afdoende beschermde manier, zonder dat ze dat een steek verder brengt.

 

Mensen met een arbeidsbeperking

De oude schoenen van de sociale werkvoorziening, waar er voor deze doelgroep wel werk is en waar mensen met goede begeleiding indien mogelijk werden gedetacheerd bij overheid of bedrijfsleven, dreigen zo weggegooid te worden voordat er voor deze mensen ingelopen nieuwe schoenen zijn. Mensen met een arbeidsbeperking worden in grote onzekerheid gebracht daar hun toekomst ongewis is. Ja, zeker zijn er maatregelen bedacht om dit te voorkomen, maar een eenvoudige analyse leert dat deze geen enkele echte garantie geven. Zo is de situatie van veel arbeidsgehandicapte jongeren dramatisch geworden; sinds de jaarwisseling zitten velen thuis omdat hun werk en/of leertraject plotsklaps is weggesaneerd. Ondertussen is het oude arbeidsvoorzieningsbeleid bijna weggesaneerd en moet de werkzoekende zich behelpen met websites die meer uit dan in de lucht zijn.

 

Wantrouwen en stigmatisering

Tegelijkertijd is de bijstand doordrenkt geraakt van een filosofie die bij de nieuwe VVD past, maar niet bij ons: de suggestie dat vele burgers niet zouden willen werken, daar onvoldoende zelf voor over hebben en als ze de kans krijgen ook de boel belazeren met uitkeringsfraude. Repressieve maatregelen overheersen in de uitwerking van de tegenprestatie in de bijstand en door PGB-houders zelf niet meer te vertrouwen hebben we nu een gigantische uitvoeringscrisis bij de Sociale Verzekeringsbank.

De Fraudewet uit het kabinet-Rutte-I verklaarde iedere fout bij sociale uitkeringen tot fraude met een automatische boete van 100 procent boven op het terugbetalen van het teveel ontvangen bedrag. Een wet met een omgekeerde bewijslast die botst met de meest fundamentele beginselen van onze rechtsstaat. Vaak is er helemaal geen sprake van fraude, maar zijn mensen gewoon de weg kwijt in het doolhof van UWV, SVB en gemeentelijke bijstand. Pas nadat de rechter hier een streep doorhaalde kwam onze minister Asscher in actie. Uiteraard kregen we daar ook een juichende mail over uit ons partijbureau. En de oplossing? Nu moet degene die niet de opzet tot frauderen had maar zich heeft vergist bij het invullen van de formulieren toch nog altijd een boete van 25 procent van het ten onrechte geïncasseerde bedrag betalen!

 

Marktwerking en tweedeling

In de zorg en de kinderopvang wordt de marktwerking met steun van onze PvdA versterkt, terwijl tegelijkertijd beleden wordt dat deze moet worden beperkt. Waar zorgverzekeraars zich zonder problemen in kartels konden verenigen, wordt huisartsen nog steeds niet toegestaan samen te werken in de onderhandelingen met deze verzekeraars. In de zorg worden verzekeraars gepositioneerd als belangenbehartigers van patiënten, maar patiënten hebben bij zorgverzekeraars – en sowieso overal in de zorg – nog steeds weinig te vertellen. Iets wat goed naar voren kwam in het pijnlijke debat over de vrije artsenkeuze.
In het laatste nummer van Socialisme & Democratie legt Marijke Linthorst, één van de drie PvdA-senatoren die in december tegen de zorgwet van het kabinet stemde, glashelder uit hoe onze PvdA bij het mee optuigen van een geleide zorgmarkt steeds verder is afgedwaald van onze beginselen. Zonder er veel voor terug te krijgen – de tweedeling in de zorg bestaat nog steeds.

 

Mensen-, burger- en kinderrechten

Het kinderpardon is er gekomen en gaandeweg (na veel strijd) ook nog wat ruimhartiger uitgevoerd. Ook de onzinnige en principieel onjuiste strafbaarheidstelling van illegalen is uiteindelijk via de zijdeur afgevoerd – met dank aan vooral de CU en D66. De behandeling van asielzoekers en illegalen is een stuk humaner geworden, maar kan nog steeds niet de toets van kritiek van mensenrechtenorganisaties doorstaan.

Niet-westerse allochtonen worden stelselmatig gediscrimineerd en de premier zegt dat dat vooral hun eigen probleem is. Religieuze spanningen lopen op, de integratie en tolerantie staan onder druk. Met een toenemende nadruk op repressie en vrijheidsbeperking dreigen de oplossingen erger te worden dan de kwaal.

De bedreigingen komen ook van buiten Europa: Ineens is Rusland weer terug als vijand van het westen, en in het Midden-Oosten is de Arabische lente ontaardt in een orgie van geweld. Binnen Europa zijn destabiliserende partijen actief en keren zich zelfs (potentiële en volwaardige) lidstaten af van de Europese waarden (zoals Hongarije en Turkije), vaak gesubsidieerd of verleid door het regime van Poetin. Zowel Rusland als de jihadisten keren zich expliciet tegen onze waarden en normen, die hun basis hebben in de Verlichting. Pijnlijk worden we ons ineens bewust van de slechte staat van onze Europese defensie. Miljoenen ontheemden zijn op de vlucht onder erbarmelijke omstandigheden en velen van hen sterven onderweg. Europa komt in reactie hierop nog steeds niet veel verder dan dweilen met de kraan open.

 

Duurzaamheid

Op het terrein van de duurzaamheid is weliswaar een redelijk ambitieus energieakkoord gesloten, maar de uitvoering stagneert en onze afhankelijkheid van Gronings én Russisch gas is daarna een pijnlijk urgent probleem geworden. Op andere terreinen van verduurzaming van onze economie is er teleurstellend weinig voortgang. Heel verhelderend hierbij is het vergelijken van de positieve ontwikkelingen in andere landen met de situatie in Nederland. In het addendum hierover meer.

 

De weg naar vertrouwen

De weg naar herstel van vertrouwen begint met eerlijkheid. Met de eerlijke erkenning dat we te weinig resultaten hebben met de zaken die voor onze PvdA kiezers van groot belang zijn. Dit in het bijzonder op het terrein van meer werk, eerlijk delen en rechtszekerheid en rechtvaardigheid voor mensen die van solidariteit afhankelijk zijn. Met de eerlijke erkenning dat de snelle coalitie met de VVD en het uitruilen van principiële punten in een regeerakkoord zich niet leent voor herhaling. Met de eerlijke erkenning dat het zo snel laten vallen van andere linkse partijen slecht was voor onze betrouwbaarheid. En met een eerlijke presentatie van de resultaten, van compromissen, van onze nederlagen en van wat we nog niet bereikt hebben.

 

 

Addendum: Een concretisering van ‘Vijf over Links’

De leden van onze PvdA stellen de programma’s vast. Het volgende is samen met het voorafgaande een eerste aanzet om tot een eerste concretisering te komen. Een eerste aanzet om de brug tussen theorie en praktijk te slaan en het debat voor eenieder toegankelijk te maken.

 

  1. Herstellen van het vertrouwen in links

Concreet:

Onze PvdA voert vanaf nu – mede op basis van ons manifest – een openbaar en intensief debat met haar leden en (potentiële) kiezers over de crisis in onze partij;

Onze PvdA stelt haar principiële uitgangspunten en linkse profiel, zoals onder meer verwoord in “Van Waarde” en “De bakens verzetten” in de praktische politiek weer centraal. Zonder een duidelijk en betekenisvol afscheid van neoliberale politiek en een betekenisvolle uitvoering van onze “Vijf over Links” doet onze PvdA niet meer mee;

Geen mooipraterij meer: Compromissen worden inhoudelijk beargumenteerd – verliespunten worden als zodanig erkend en benoemd. Onze PvdA moet veel meer uitgaan van eigen kracht en niet teveel uitgaan van nu nog ontbrekende meerderheden. Ook dan kan er respect zijn voor andere opvattingen van andere partijen;

Er wordt geïnvesteerd in een nieuwe linkse samenwerking met tenminste GroenLinks, Partij voor de Dieren en de Socialistische Partij. Dit in een bredere linkse beweging met de vakbeweging, studentenbonden, milieuorganisaties en andere progressieve organisaties;

Er wordt werk gemaakt van een politiek van onderaf. Een politiek van onderaf die activistisch, emanciperend, minder bestuurlijk is. Een politiek van onderaf die, naast en met de mensen staat, problemen wil pakken, die integer en transparant is.

 

  1. Investeren in duurzame groei en werk in plaats van eenzijdig bezuinigen

Concreet:

Benut de ruimte die het Europese Groei- en Stabiliteitspact biedt ook volop en rek die waar mogelijk op. En dat is mogelijk. Binnen de grenzen van het pact is het mogelijk om alsnog afstand te nemen van de ‘korte termijn-saldosturing’. De structurele balans zou echt centraal moeten komen te staan. Overschrijdingen van de 3% norm voor de overheidsbegroting zijn geen probleem, zolang daar voldoende structurele hervormingen tegenover staan. In 2015 worden de regels voor een structurele balans aangepast, en die kans moet gebruikt worden om er echt een Groeipact van te maken. Een tijdelijke verhoging van de staatsschuld die op termijn leidt tot meer belastinginkomsten en een structureel gezonde situatie van de overheidsfinanciën is – anders dan D66 en CDA stellen – geen enkel probleem, integendeel zelfs;

Voer eindelijk eens een kapitaaldienst in, waarbij niet-consumptieve investeringen niet meetellen bij een begrotingstekort en bezittingen gewaardeerd kunnen worden tegenover schulden, ontstaat er ook nationaal meer investeringsruimte. Projecten genoeg: het in Brabant (zonder PvdA, maar met de VVD in het college!) gelanceerde plan om alle woningen energieneutraal te maken zouden we nationaal kunnen maken, de energietransitie versneld, de duurzame maakindustrie gestimuleerd, het Deltaplan tegen de stijging van de zeespiegel en de hogere uitschieters van meer rivier- en regenwater versneld, het onderhoud aan ons vervoersnet verbeterd, etc.

Door een belastinghervorming door te voeren die vooral vaste arbeid veel minder en het vermogen eerlijker belast. Het zwaarder belasten van bezit wordt echter door het kabinet niet genoemd in zijn brief over de aangekondigde hervorming van het belastingstelsel. Voor onze PvdA zou dit een topprioriteit moeten zijn en in plaats van de door onze PvdA-fractie in de Tweede Kamer bepleitte Btw-verhoging voor een betere financiering kunnen zorgen van de verlaging van de belasting op arbeid. Bijna overal in Europa wordt bezit zwaarder belast. Flip de Kam heeft daar onlangs nog in Socialisme & Democratie nog een hele rij aan concrete suggesties voor gedaan. Btw-verhogingen komen, zo toont hij aan, vooral ten laste van de lagere inkomens, welk koopkrachteffect de prikkel van lagere arbeidskosten teniet doet, en belemmeren bovendien de economische groei;

Onze PvdA moet een eigentijds nationaal Plan van de Arbeid afdwingen, en in Nederland en Europa zorgen dat er meer ruimte komt voor investeringen en duurzame groei, en voor de aanpak van werkloosheid, het terugdringen van ‘flexwerk-uit-noodzaak’, het verbeteren en moderniseren van de rechtspositie van werknemers en de aanpak van uitbuiting en verdringing op de arbeidsmarkt. En zonder aantasting van het cao-instrument. Voor aanzienlijk meer, betere en eerlijkere banen, met meer aandacht en ruimte voor een betere verdeling van zorgtaken en voor de kwaliteit van leven. Met een extra accent op de groepen met een significant groter aandeel in de werkloosheid (allochtonen, jongeren en 45-plussers), alsmede voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, al dan niet door een beperking. De daar heersende discriminatie, waar we vooral al jaar na jaar alleen over praten, waar we eindeloos onderzoek naar doen, moet nu concreet en meetbaar aangepakt worden.
Naast de al genoemde verlaging van de belasting op (vooral vaste) arbeid, bestaat zo’n plan uit onder meer uitbreiding van uitvoerende werkgelegenheid in de publieke sector (zorg, onderwijs, kinderopvang, veiligheid), en het van de kinderopvang een betaalbare, publieke basisvoorziening te maken.

Maar er is meer nodig. Alle registers moeten voor meer, beter en eerlijk werk uit de kast gehaald worden. Te denken valt aan de dienstencheques uit België, baansplitsing van banen op laag MBO-niveau, en veel meer inzet van scholing. Bij de investeringen in harde infrastructuur en in de verduurzaming van de energiesector moet de overheid eisen dat zij werklozen, en bij voorrang aan de harde kerngroepen daarin, inzetten. Dat geldt ook voor lagere overheden bij aanbestedingen.

Ook de door de vakbeweging bepleitte arbeidsduurverkorting verdiend een serieuze overweging. Sociale ondernemingen die een substantieel aantal mensen met een arbeidsbeperking of afstand tot de arbeidsmarkt hebben zouden net als in België met een lager BTW-tarief kunnen werken. De arbeidsbemiddeling wordt op regionaal niveau geïnventariseerd. Quota voor werkgevers voor werknemers met een arbeidsbeperking mogen niet worden verhandeld.

 

  1. Solidariteit, eerlijk delen en gelijke kansen als norm

Concreet:

Het netto-minimumloon en de netto-uitkeringen voor bijstand, AOW en WIA moeten worden verhoogd voor een verbeterde koopkracht;

De situatie van kinderen in armoede en/of uitsluiting moet op korte termijn concreet, resultaatgericht en meetbaar aangepakt worden. Hierbij moeten deze regelingen voor alle kinderen, in alle gemeenten uniform toegankelijk zijn. Ook het discrimineren en/of uitsluiten van kinderen moet met een gericht pakket van maatregelen meetbaar aangepakt worden.

Een beter werkende schuldsanering (met lagere toegangsdrempels, een betere registraties, een lagere en simpelere beslagvrijevoet voor de belastingen die ook simpel moet kunnen worden afgedwongen door de schuldenaar, aparte trajecten voor kleinere schulden bij lage inkomens zoals het Gierfonds, meer begeleiding van de schuldenaars en snellere en effectievere procedures die ook ingezet moeten kunnen worden door de schuldenaar, alsmede het beter voorkomen van dat te hoge hypotheekschulden ontstaan, om de woningmarkt echt weer vlot te trekken;

Een vervanging van de huidige Fraudewet door een wet die geen boetes meer legt als er niet gefraudeerd wordt en die geen omkering van de bewijslast meer bevat. Mensen met een uitkering worden niet bij voorbaat als fraudeurs en onwilligen neergezet en behandeld, maar met normaal menselijk respect;

Concrete en meetbare aanpak van belastingontwijking door multinationals en superrijken;

Een eerlijker vermogens- en erfenisbelasting (niet tussen partners, maar tussen generaties) en meer belasting op bezit;

Een maximale verhouding tussen het laagste en hoogste niveaus van all-in beloning binnen een bedrijf of organisatie;

Een pensioenstelsel dat inclusiever is en dat de solidariteit handhaaft tussen generaties en tussen arm en rijk;

Een zorgstelsel met lagere eigen bijdragen en meer inkomensafhankelijke premie;

Er komt een plan om de sterk toenemende betalingsproblemen als gevolg van de inkomensafhankelijke huurverhogingen aan te pakken. De uitgaven aan huurtoeslag nemen weliswaar toe maar zijn onvoldoende om de huurstijgingen op te vangen. Het aanbod van goedkope en duurzaam goede huurwoningen is ook veel te beperkt en slinkt bovendien in rap tempo. Door de verhuurdersheffing in te ruilen voor een investeringsverplichting komt er meer aanbod. Daardoor zal ook de doorstroming beter op gang kunnen komen. De huurdersbescherming behoeft dan ook niet te worden aangetast – dat middel is geen begaanbare weg voor een sociale PvdA;

Een verdere verlaging van de hypotheekrenteaftrek, alsmede een plan ter voorkoming van dat woningen qua hypotheek onder water komen te staan (waarvan de hypotheekschuld vaak hoger is dan de waarde van het pand);

Uitbreiding van sociale woningsector met meer betaalbare sociale huurwoningen door de verhuurdersheffing bij woningcorporaties te vervangen door een investeringsverplichting, een aanpak van de betalingsproblemen in de huursector door matiging van de huren en/of verdere verhoging van de huurtoeslagen en geen aantasting van de huurbescherming;

Een hoger onderwijs dat eigen bijdragen collectief vorm geeft met echte inkomenssolidariteit en zonder private schulden;

Een onderwijsstelsel dat de uitdaging van gelijke kansen en bevordering van sociale stijging in een meritocratie weet vorm te geven;

Een samenleving die segmentatie van sociale klassen weet te doorbreken door onder meer een daarop gericht onderwijs- en cultuurbeleid.

Europese solidariteit in de praktijk brengen door te investeren in Europese projecten, door Eurobonds (Europese obligaties) mogelijk te maken, en door terugbetalingen te koppelen aan overeengekomen groei- en hervormingstrajecten die duurzame groei en werkgelegenheidsgroei werkelijk mogelijk maken met langere tijdpaden;

Internationale solidariteit door meer te investeren in ontwikkelingssamenwerking, marktverstorende Europese subsidies te beëindigen en door een Europees minder repressief migratiebeleid, met meer mogelijkheden voor tijdelijke arbeidsmigratie en gezinsvorming en –vereniging, snellere procedures, effectievere aanpak van mensensmokkelaars en een meer assertievere aanpak van humanitaire crises aan de randen van Europa.

 

  1. Radicale verduurzaming van onze economie

Concreet:

Verdere aanpak van de financiële sector, onder meer door het maximaliseren van de omvang en het verder verhogen van de minimale reserves van banken en verzekeraars, zodat ze niet meer too big to fail and jail zijn, door het maken van een scheiding tussen zakenbanken en consumentenbanken en door het verder reguleren van complexe financiële producten;

De marktwerking in de publieke sector (zorg, kinderopvang, onderwijs, etc.) wordt met een concreet plan van aanpak teruggedrongen door de publieke belangen voorop te stellen, (semi-)commerciële partijen waarin burgers geen beslissende invloed hebben niet namens die burgers te laten optreden en te borgen dat kwaliteitsaspecten niet het onderspit delven tegen prijsaspecten. Binnen die kaders is nog steeds veel keuzemogelijkheden van burgers mogelijk. Facilitering en stimulering van decentrale coöperaties van burgers voor energie, zorg, onderwijs, etc. komt in de plaats van grote fusies en kartels, waarin vaak sprake is van te hoge overhead en managementkosten, en van vervreemding van de cliënten en de diensten waar het om gaat;

Vergaande vergroening en verduurzaming van het belastingstelsel. Producten die bewezen biologisch, milieu- en diervriendelijk, en fair-trade worden geproduceerd in de hele keten krijgen latere btw-tarieven dan andere producten. Bedrijven die in het buitenland direct of indirect mensenrechten (waaronder kinderrechten) schenden worden aangepakt;

Andere maatregelen die moeten worden genomen zijn het terugdringen van het vliegverkeer en belasting op kerosine. Er vliegen nog steeds te veel vliegtuigen op de korte afstand in Europa, waarvoor de trein of de auto een schoner alternatief is. Je kunt meerdere malen per dag vliegen naar alle grote steden. Daaraan zijn de mensen inmiddels gewend geraakt, terwijl het toch niet de gewoonste zaak van de wereld is. We hebben het hier wel over de meest vervuilende vorm van vervoer, die niet alleen niet belast wordt, maar zelfs gesubsidieerd. Die praktijk zal moeten worden afgebouwd;

Onverkorte realisatie van de ambities van het Energieakkoord met een extra inzet op het versneld sluiten van kolencentrales, de beperking van het energieverbruik van de mega-energieverbruikers door hen hoger te belasten en het energieneutraal maken van alle gebouwen binnen één generatie (door energiebesparende maatregelen en door ieder gebouw met zon en wind zelf energie te laten opwekken). Alle gebouwen kunnen dan ook leveren aan het elektriciteitsnet. Lokale bewoners worden betrokken bij de ontwikkeling en exploitatie van windparken, geothermische en andere duurzame energieopwekking, en profiteren daar rechtstreeks van. Ook wordt de ontwikkeling van lokale initiatieven op het gebied van energieopwekking gestimuleerd, zoals het gebruik van mest in gebieden met veel veeteelt voor de opwekking van energie (o.a. vergisten tot biogas).

Er wordt niet verder geïnvesteerd in kernenergie, en bestaande faciliteiten worden afgebouwd. In het kader van CO2 vrije energie is kernenergie ten onrechte nog steeds een bespreekbare zaak. Maar kernenergie gebruikt wel fossiele brandstoffen, die maar in een beperkt aantal landen met niet altijd een goede reputatie gewonnen kan worden, de uraniumwinning en –transport is risicovol, een kernreactor blijft altijd een groot veiligheidsrisico, er is een enorm afvalprobleem dat ook weer risico’s kent voor toepassing in nucleaire oorlogsvoering en toerisme, en het is duur. Voor medische toepassing van isotopen wordt ingezet op alternatieven die geen verrijkt uranium behoeven;

Er wordt ook niet verder geïnvesteerd in productie of import van schaliegas;

Totstandkoming van een echte, verdragsrechtelijke Europese Energie Unie dat een niet-fossiele, duurzame gezamenlijke en volledig Europese energieproductie zo snel als technisch mogelijk realiseert, de nationale netten goed aan elkaar koppelt en de afhankelijkheid van de levering van energiebronnen uit instabiele en vijandige regio’s zo snel als mogelijk tot nul reduceert;

De luchtkwaliteit moet in nationaal en Europees verband met prioriteit worden verbeterd. Er wordt in Nederland onvoldoende gedaan aan het terugdringen van de uitstoot van CO2, stikstof en fijn stof. Een aantal gemeenten weert oude dieselauto´s en vrachtwagens uit de binnenstad. Dat biedt enige verlichting in de centra van grote steden maar draagt weinig bij aan het verbeteren van de luchtkwaliteit in het land. Daarom moeten er binnen nu en 10 jaar in het hele land (liefst in EU-verband) maatregelen zijn genomen om het gebruik van dieselauto´s terug te dringen. Ook vrachtwagens moeten veel minder schadelijke stoffen gaan uitstoten. Her gebruik van vervuilende bromfietsen en scooters met (in eerste instantie) tweetakt motoren moet op korte termijn worden teruggedrongen;

In het verkeer is er de laatste jaren voornamelijk ingezet op elektrische auto´s en scooters, terwijl dat niet noodzakelijkerwijs hoeft te betekenen dat de luchtkwaliteit hierdoor verbetert. Dat hangt af van de wijze waarop de energie wordt opgewekt en dat is in Nederland helaas nog voornamelijk door kolen, gas en kernenergie. Er wordt veel ‘groene’ energie in het buitenland gekocht, maar dat draagt weinig bij aan onze luchtkwaliteit. Een goed alternatief is waterstof. Daar is decennia aan gewerkt, ofschoon je beter kunt spreken van tegengewerkt. Waterstof heeft nooit dezelfde kansen gekregen als elektriciteit in de automobielindustrie. Het is schoon en er hoeft geen biomassa voor de worden ingezet. Daarom maakt onze PvdA ruimte voor initiatieven die het gebruik van waterstof in auto´s bevorderen;

Concrete en meetbare transitie naar biologische en klimaat-slimme landbouw en visserij. We stimuleren de productie en verkoop van biologisch geproduceerd voedsel uit de eigen regio. Dat is een mes dat aan twee kanten snijdt. Enerzijds is het goed voor de luchtkwaliteit, doordat er minder transport nodig is voor de aanvoer van voedsel, anderzijds is onze gezondheid er bij gebaat omdat er geen pesticiden en andere bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Nederland moet hierin het voortouw nemen. Ook moeten we anders omgaan met de dieren die we eten. Voordat ze geslacht worden hebben ze recht op een fatsoenlijk bestaan. Het `preventieve` gebruik van antibiotica dient te worden afgebouwd;

Bevordering van een meer decentrale en circulaire economie. Het scheiden van afval gft, papier, glas, plastic en hergebruik ervan wordt door alle gemeenten gestimuleerd en gefaciliteerd. Het belastingstelsel stimuleert dat producten worden hergebruikt.

Een duurzame economie moet ook ruimte bieden aan kleinschaligheid, ambachtelijkheid en kleine ondernemers. De bekende onnodige barrières dienen daarbij te worden weggenomen.

 

  1. Het assertief uitdragen en verdedigen van onze Europese waarden uit de Verlichting

Concreet:

In het onderwijs wordt actief het gesprek gevoerd over het belang van deze waarden en wordt overschrijding daarvan gesanctioneerd. In het onderwijs wordt expliciet aandacht gegeven aan de spanning tussen deze waarden en orthodoxe vormen van religie. Onderwijs moet neutraal en respectvol zijn ten opzichte van verschillende religies, en zodanige kennis van levensbeschouwingen en religies geven dat een leerling voorbereid wordt op het maken van eigen keuzes daarin. Daarbij wordt ook de confrontatie van religieuze dogma’s met moderne wetenschap niet geschuwd;

Er komt een nationale dialoog over de betekenis, de bevordering en verdediging van deze waarden. De bestaande humanitaire en religieuze organisaties worden daarin actief betrokken.;

Er komt een nationaal en Europees programma tegen discriminatie en uitsluiting in al haar vormen, in het onderwijs, op de arbeidsmarkt en in het dagelijkse leven;

De locale democratie – gezien vanuit het perspectief van de burger – dient versterkt te worden. De vele ideeën die binnen en rond het VNG verband bekend zijn geworden bieden oplossingsrichtingen. Met een selectie van deze ideeën moet geëxperimenteerd kunnen gaan worden. Er dient een plan te komen voor de invoering van de meest belovende ideeën.

De toenemende scheiding en afstand tussen locale volksvertegenwoordigers en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden dient hersteld te worden. Volksvertegenwoordigers moet altijd direct kunnen beslissen en bepalen over zowel de directe als indirecte inrichting, functies en diensten van die overheid. Anders gesteld volksvertegenwoordigers dienen ten alle tijden direct te gaan over overheidszaken waarmee burgers, instellingen en/of bedrijven mee te maken kunnen krijgen. Zij dienen daartoe zitting te hebben in besturende organen van die samenwerkingsverbanden.

Kleinschalig, wijk of buurt georiënteerd bestuur, gedragen door burgerparticipatie, dient verder ingevoerd te worden.

Forse regulering van het internet ter bescherming van de privacy. Geen onbeperkte dataverzameling over burgers. Versterking van de onafhankelijke controle daarop;

In Europa wordt het bezit van en de handel in wapens eenduidig drastisch gereguleerd;

Compromisloze handhaving van burgerrechten, mensenrechten en rechtsstaat, inclusief de vrijheid van meningsuiting en van de vrijheid van godsdienst, en geen ongerichte en ongecontroleerde verzameling van data over personen door overheden en bedrijven;

Invoering van een Nederlands Constitutioneel Hof;

Internationale verdragen worden snel ingevoerd, uitgevoerd en de uitvoering wordt bewaakt;

De rechter weer toegankelijk maken door het ongedaan maken van verhoging van griffierechten, van bezuinigingen op de rechtsbijstand en het terugdringen van het afdoen van zaken zonder fatsoenlijke rechtsgang. Om de balans in de rechtspleging te herstellen en ervoor te zorgen dat er effectief, consequent en zorgvuldig kan worden gestraft, moet er geïnvesteerd worden in het Openbaar Ministerie en de rechtspraak. Ook de reclassering moet worden versterkt. Er moet een eind worden gemaakt aan de heersende praktijk van schikkingen met grote fraudeurs. Witteboordencriminelen horen niet makkelijk weg te komen met het afkopen van hun straf;

Bevordering van effectieve integratie van Europees buitenlands beleid, te beginnen door gezamenlijke ambassades en missies met andere lidstaten die ook niet willen wachten op de achterblijvers in de Unie;

Betekenisvolle versterking en gelijktijdige verdere integratie van de Europese defensie, opdat deze toegerust is om ook zonder Amerikaanse steun Europese lidstaten te verdedigen en humanitaire en VN-vredesmissies succesvol uit te kunnen voeren;

Een nieuw Europees asielbeleid met meer nadruk op preventie en meer financiering van meer humane opvang en aanmeldcentra in de regio, een eerlijkere verdeling van de lasten binnen Europa, het voorkomen en bestrijden van mensenhandel, met een ruimhartiger en humaner eenduidig beleid, met korte procedures, met meer mogelijkheden voor tijdelijke arbeidsmigratie alsmede een humaner beleid bij gezinshereniging.

 

roos_01