Wilders en de woorden

Door: Tom van Doormaal

Het is vermoeiend om Trump te volgen met zijn ongelooflijke teksten. Daarbij vergeleken is Wilders een wonder van genuanceerde beschaving. Maar het gevoel van vermoeidheid kan mij ook bij zijn berichten op X overvallen.

Er werd gedemonstreerd in Amsterdam, bij de opening van het Holocaust museum. Frans Timmermans was niet voor de komst van Herzog, een centraal figuur in de Israëlische regering, want zijn aanwezigheid zou de geschiedenis en het heden met elkaar verbinden. Helaas gebeurde dat toch en de voorspelbare menigte met Palestijnse vlaggen volgde. En de pijnen en het gevreesde aanwakkeren van het antisemitisme bleven evenmin uit.

De halve wereld was boos op Femke Halsema, die haar burgemeestersplicht om openbare orde en democratische grondrechten te beschermen zeer serieus neemt. Maar niemand houdt zich erg in, als het om oordelen gaat over bevoegd genomen besluiten. Dat zou wel moeten als over een verantwoordelijkheid, die kraakhelder is.

Wilders vond het een verwerpelijke truc van een uitermate linkse mevrouw, maar die probeerde alleen haar bevoegdheid uit te oefenen. Over het algemeen heb ik niets met Wilders’ intolerante gekraai: de Eritreeërs moesten ook opgepakt en uitgezet worden. Alleen is dat praktisch en juridisch nonsens. Omdat er nu 1200 Israëlische burgers zijn vermoord en meer dan 30000 Gazanen zijn omgekomen en nu bewust verhongeren vond ik het wel nuttig een repliek op X te geven.

Ik reageerde dus met de tekst van een spandoek “Joden tegen Israël” wat mij een passende expressie lijkt tegen de spagaat waar wij in leven: afschuw over 7 oktober, afschuw over de wraak van Israël op Gaza. Ik stel me voor hoe Hamas ‘strijders’ op 6 oktober zijn geïnstrueerd en huiver. Dan herinner ik me hoe de voorlichter van het leger spreekt over ‘ongedierte’ dat beroofd zal worden van voedsel, energie en schoon water. Je moet wel heel goedgelovig zijn om te denken dat Israël de burgers in Gaza beschermt. Ik kies niet en vind alles even verschrikkelijk.

“Ik steun de Joden” meldt Wilders vervolgens. Maar zijn de Nederlandse Joden in oorlog dan? Is deze manier van positiekiezen niet juist een vorm van aanwakkeren van het botte antisemitische gedrag, waarover we ons terecht zorgen moeten maken? Is het niet vooral Wilders, die zijn verworven status als “grootste” zou moeten vertalen in een chique terughoudendheid? De vraag stellen is hem beantwoorden: stijl en chique zijn woorden die niet bij hem passen.

Wreker en retribution”

Wat overkomt ons toch? “I am your retribution”, beloofde Trump. (vergelding) Je vraagt je af wat er moet worden vergolden: economie, werkgelegenheid en beurs doen het allemaal prima in de V.S. , maar Trump ziet overal afbraak.

Oud-studiegenoot Meindert Fennema maakte een biografie over Wilders, die hij “Geert de wreker” noemde. Maar wat moest er precies worden gewroken? Het boek is 360 pagina’s en zeer gedetailleerd. Het gevoel dat het lezen achterlaat is dat van een vage sympathie. Je gaat hem begrijpen en zijn principiële houding is lastig, maar ook gerechtvaardigd jegens de slachtoffers van het radicalisme.

Alleen: wat doen zijn woorden precies? Wilders is matador in overdrijving (“het slechtste kabinet ooit”), wat te verdragen valt zolang het een randverschijnsel is. Alleen dat is het niet langer, door de gunst die de kiezer hem verleent. Die harde, ongeremde woorden en uitdrukkingen maken hem ongeschikt als centrale figuur en leidsman van een nieuwe regering. Daar is in elk geval NSC heel duidelijk in.

Wilders lijkt het te voelen en misschien te erkennen. Hij heeft alle basisvoorwaarden voor een minister presidentschap op zak. Maar hij kijkt gespannen, want hij lijkt er niet echt machtiger door geworden. Dus schampert hij op Omtzigt, die een fractie met kwaliteit heeft en een serieus te nemen programma. De uitkomst van de informatie Putters is de erkenning daarvan. In een triomfantelijke brief legt Omtzigt uit hoe hij deze fase in de informatie won.

Een paar jaar geleden boekte Wilders ook een grote overwinning: 24 zetels, vooral ten koste van het CDA. Balkenende trad af. Op verkiezingsavond zouden, volgens traditie de fractieleiders aanschuiven bij Pauw en Witteman. Maar de fractieleiders besloten niet te komen. “En zo gebeurde het dat Wilders met een allervriendelijkst gezicht alleen aan tafel zat bij ‘de verschrikkelijke Witteman’, die voor de gelegenheid ook zijn allervriendelijkste gezicht had opgezet.”

Later zei Wilders: ”Het is een heel aardige man. Ik heb niets tegen die man. Ik heb iets tegen zijn programma.”

Maar, zegt Meindert Fennema: “Het nachtelijk gesprek met Witteman was typerend voor de politieke positie van Wilders. Hij was de grote overwinnaar. Maar hij zat alleen aan tafel.” (p.231) Het is een fundamentele eenzaamheid, die zijn politieke loopbaan kenmerkt. Maar juist op zijn momenten van politiek succes is die duidelijk zichtbaar.

Woorden

Wilders heeft een ingewikkelde relatie met woorden. Hij brandt mensen verbaal tot de schoenveters af, om toch een goede persoonlijke relatie te cultiveren. Hij is binnenskamers niet zonder charme. Maar het zal zijn politieke loopbaan niet redden.

Want hij is ook een solist. Zijn programma bestond uit, vooral zijn eigen woorden, die “in de ijskast” zijn beland. Dat is een logische keuze, want een groot deel van zijn programma is retoriek, maar niet realistisch Maar als je van die woorden zo gemakkelijk afstand doet, wat is de betekenis dan van de bekering tot een genuanceerde positie?

In de discussie over het Holocaust museum toont hij geen nuance of terughoudendheid. Als in Oekraïne een ontslag valt wegens corruptie, dan is hij er als de kippen bij om daar een ondermijnende opmerking over te maken.

Het valt Omtzigt c.s. niet kwalijk te nemen dat ze een maximale afstand tot Wilders willen hebben. Dat Caroline van der Plas in haar onervarenheid denkt dat de boze uitwerking van zijn teksten wel mee valt, moet haar worden vergeven, want zij is pril.. Dat de VVD lang geleden het experiment aanging, is vergeeflijk, maar nu is het lichtzinnigheid, die de partij electoraal duur te staan komt.

Ik schreef dit voor de rapportage van Kim Putters. We weten al dat Wilders geen minister-president zal worden. Lezen in zijn verslag is geen pretje. Maar ik zie niets waar ik van op kijk. Na de verkiezingen is er vrijwel niets van betekenis gebeurd, al zullen de Haagse autisten daar anders over denken. Maar ik denk Putters met een biertje in de hand en zonder gespitste oren in de nabijheid niet tot heel andere inzichten komt dan ik.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.