Politieke processen en de spreidingswet

Door: Tom van Doormaal

Frans Timmermans wilde nadenken over de verkiezingen en de uitslagen. Het ongemakkelijke feit lijkt te zijn dat de sociaaldemocraten steeds vaker naar andere partijen uitwijkt. Nog een ongemakkelijk feit is dat kandidaat Timmermans de minste persoonlijke voorkeursstemmen trok.

Het lijkt niet erg op te vallen. Ik denk maar even met Frans mee.

Politieke processen

We zien al een aantal jaren dat de kiezer oude politieke systemen verwerpt. Het lot van het CDA is tekenend: ooit een trots confessioneel blok, van de oude KVP, ARP en CHU, nu een splinterpartij. Met de PvdA is het maar iets beter gesteld, al blijft dat wat verborgen door de combinatie met GL.

Die traditionele partijen leveren in bij snelle nieuwelingen: bij Pim Fortuyn, bij Thierry Baudet, bij Caroline van der Plas, bij Pieter Omtzigt. Ik noem met opzet de personen, niet de partijen die zij later vormden, want hun magnetisme was vooral persoonlijk. En vergankelijk.

De afkeer van het bestaande systeem werd gevoed door de incompetentie van de uitvoering en de gebrekkige afrekening daarvoor in de politieke arena. Dit speelt al jaren: het politieke sorry van Mark Rutte, over vernietigende enquête resultaten, maar vervolgens welgemoed verder gaand, was een giftige injectie in het gezwel van de onvrede.

Er is nog iets. In de V.S. spreekt men van de “fly over people”: de oostkust en de westkust zijn stedelijk, goed opgeleid en welvarend. Daar tussenin ligt het wat achtergebleven midden van de hardwerkende evangelicals, waar Trump zijn steun vandaan haalt. Ze voelen zich inferieur aan de goed opgeleide stedelijke kiezers aan de oost en de west kust.

Vergelijkend met de winst van BBB zie je bij ons iets dergelijks: de stedelijke gebieden, de Randstad en enkele steden (Groningen, Nijmegen) bieden weerstand, maar in de provincies werd BBB de grootste. De kiezer is boos en angstig en keert zich tegen de traditionele machtsverdeling, als een nieuwe gedaante van de oude klassenstrijd. Frans Timmermans was een kandidaat van de elites en het establishment.

Zo kwam Wilders aan zijn overwinning. Thomas Mann zei tot een Amerikaans gehoor een jaar of tachtig geleden: ”als ooit het fascisme naar Amerika komt, dan zal het komen in naam van de vrijheid.” Maar in de huidige politieke situatie is er nog een partij die “vrijheid” in de naam voert: de VVD (Volkspartij voor vrijheid en democratie), die alleen een gedoogrol wil. Maar met de chaos rond de spreidingswet lijkt dat al veel te moeilijk.

Rechtsstatelijkheid of ethiek

“Als het recht niet sterk is, zegeviert het recht van de sterkste”, zo schrijft Geert Corstens in zijn boek “Onze rechtsstaat”. Het houdt me bezig, in de discussie over de spreidingswet.

Als ik voor de zoveelste keer de burgemeester van Ter Apel emotioneel zie worden tijdens een verklaring voor de rechter, kan ik enige irritatie niet bedwingen. Ook de emotie van de staatssecretaris Erik van den Burg, tijdens een gesprek op het Binnenhof, heb ik tientallen keren gezien.

Wat is dat? Gemakzuchtige journalistiek? Of is er meer met die brokken in de keel? Doen bestuurders hun taak met liefde en passie en waarom is dat dan precies? Mijn vermoeden is dat het gaat om een intens sociaal gevoel dat bepalend is voor hoe wij naar ons zelf en onze sociale omgeving kijken.

Het is een onderwerp: de verkiezingen lijken te zeggen: grenzen dicht, de Nederlander eerst. Maar is dat nu echt zo? De emotionaliteit van de bestuurders past, maar gaat het om “controle”, om “beheersing” van “instroom” en “opvang”? Gaat het over management of over mensen?

De VVD bestuurders hebben misschien een moraliteit, die bij de hardliners in hun partij niet past. Hannah Arendt meende dat het morele kompas gevormd wordt door inwendige discussie met je zelf. Maar in andere tradities van denken is die discussie niet intern, maar juist extern en met anderen. Is dat een fundamenteel verschil, met de PVV en de hardliners binnen de VVD?

Zo, naar buiten en naar anderen gericht moet je ook leven. In Afrika betekent Bereka werk, maar de betekenis is: zo min mogelijk werk voor zoveel mogelijk geld. Dira is ook werk, maar dan zo dat iedereen daarvan voordeel heeft en de gemeenschap wordt bestendigd. Ik vind dat een mooi onderscheid; moet links zich maar Partij van de Dira noemen?

Gastvrijheid

De oriëntatie op de ander, op het heil van de gemeenschap heet in Afrika “Ubuntu” en was inspiratiebron voor Nelson Mandela. Als de mentale en sociale houding van ubuntu wordt gekoppeld aan het begrip gastvrijheid, ontstaan buitenstaander, vreemdeling en eigen volk, als politieke begrippen vanzelf.

Maar je kunt de inclusie van de vreemdeling ook zien als het openen van nieuwe kansen. De vreemdeling die de stabiliteit van de samenleving bedreigt, kan ook de mogelijkheid van reconstructie en redding bieden. Arbeidsmigranten komen omdat wij geen industriepolitiek hebben: Nederland is een open economie, maar is dat genoeg?

Kunnen we zo naar vreemdelingen kijken? “Ze komen onze woningen bezetten, onze schoolklassen bevolken, onze zorg belasten, ons justitieel apparaat bezighouden.” Maar komen ze ook werken in banen waarvoor wij niemand kunnen vinden? En is onze rijkdom wel van ons? Rutte en de Koning hebben zich verontschuldigd voor ons koloniaal verleden, maar is onze rijkdom niet vooral gebouwd op dat fundament uit de koloniale tijd? Wat is excuus waard zonder handelen?

Antjie Krog, die ik hier volg, onderscheidt tussen de traditionele en romantische ironie. Zij ziet de traditioneel ironie gedreven door morele en intellectuele superioriteit. De romantische ironie is onzeker en onderzoekt de hardnekkige contradicties van ons bestaan. Zij ziet een beweging van die romantische naar een traditionele ironie en vraagt of we niet weer terug kunnen naar die romantische ironie. (Van der Leeuw lezing, 3 november 2006)

Vandaag

De boodschap van heden vervult mij met ongeloof en schaamte. De VVD in de Tweede Kamer was tegen de spreidingswet, de VVD in de eerste kamer was voor. De PVV noemt het, niet zonder logica, een probleem van betekenis voor de formatie.

Maar wat mij bezig houdt is: wat is de oorsprong van het verhaal over de tsunami, over de beheersing en het onvermogen van dit land om de migratie aan te kunnen? Wat is de oorsprong van het gebrek aan beheersing van de opvang? Is het mismanagement, of bewust gestuurd beleid?

Ik schaam mij diep voor de boodschap dat de herberg vol is en een overnachting in een stal het maximum is…Die boodschap is de kern van de rechtse combinatie die nu poogt te formeren.

En kijkend naar de partijvorming: ik zie een politieke cultuur die gedijt in een bubbel en zichzelf steeds bejubelt, alsof Trump ons elke dag voordoet hoe dat moet. Onze partijen verdienen beter. En naar een woord van Gerard Reve: links en rechts betekenen iets in het verkeer en in de architectuur, maar niet in de politiek.

De VVD krijgt nu de gevolgen van de arrogantie van de macht uitgemeten. Het lijkt me niet leuk. Maar de volgende politieke partij, die gegrild zal worden is GL/PvdA. Tenzij we twijfels toelaten in onze romantische ironie.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.